Handelingen 10:43 | Dezen geven getuigenis al de profeten, dat een iegelijk, die in Hem gelooft, vergeving der zonden ontvangen zal door Zijn Naam. |
Handelingen 11:27 | En in dezelfde dagen kwamen [enige] profeten af van Jeruzalem te Antiochie. |
Handelingen 13:1 | En er waren te Antiochie, in de Gemeente, die daar was, enige profeten en leraars, namelijk Barnabas, en Simeon, genaamd Niger, en Lucius van Cyrene, en Manahen, die met Herodes den viervorst opgevoed was, en Saulus. |
Handelingen 13:15 | En na het lezen der wet en der profeten, zonden de oversten der synagogen tot hen, zeggende: Mannen broeders, indien er [enig] woord van vertroosting tot het volk in u is, zo spreekt. |
Handelingen 13:20 | En daarna omtrent vierhonderd en vijftig jaren, gaf Hij [hun] rechters, tot op Samuel, den profeet. |
Handelingen 13:27 | Want die te Jeruzalem wonen, en hun oversten, Dezen niet kennende, hebben ook de stemmen der profeten, die op elken sabbat[dag] gelezen worden, [Hem] veroordelende, vervuld; |
Handelingen 13:40 | Ziet dan toe, dat over ulieden niet kome, hetgeen gezegd is in de profeten: |
Handelingen 15:15 | En hiermede stemmen overeen de woorden der profeten, gelijk geschreven is: |
Handelingen 15:32 | Judas nu en Silas, die ook zelven profeten waren, vermaanden de broeders met vele woorden, en versterkten hen. |
Handelingen 21:10 | En als wij [daar] vele dagen gebleven waren, kwam er een zeker profeet af van Judea, met name Agabus; |
Handelingen 24:14 | Maar dit beken ik u, dat ik naar dien weg, welken zij sekte noemen, den God der vaderen alzo diene, gelovende alles, wat in de wet en in de profeten geschreven is; |
Handelingen 26:22 | Dan, hulp van God verkregen hebbende, sta ik tot op dezen dag, betuigende beiden klein en groot; niets zeggende buiten hetgeen de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zoude: |
Handelingen 26:27 | Gelooft gij, o koning Agrippa, de profeten? Ik weet dat gij ze gelooft. |
Handelingen 28:23 | En als zij hem een dag gesteld hadden, kwamen er velen in [zijn] woonplaats; denwelken hij het Koninkrijk Gods uitlegde, en betuigde, en poogde hen te bewegen tot het geloof in Jezus, beide uit de wet van Mozes en de profeten, van des morgens vroeg tot den avond toe. |
Handelingen 28:25 | En tegen elkander oneens zijnde, scheidden zij; als Paulus [dit] ene woord gezegd had, [namelijk]: Wel heeft de Heilige Geest gesproken door Jesaja, den profeet, tot onze vaderen, |
Romeinen 1:2 | (Hetwelk Hij te voren beloofd had door Zijn profeten, in de heilige Schriften) |
Romeinen 3:21 | Maar nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis van de wet en de profeten: |
Romeinen 11:3 | Heere! zij hebben Uw profeten gedood, en Uw altaren omgeworpen; en ik ben alleen overgebleven en zij zoeken mijn ziel. |
1 Corinthiers 12:28 | En God heeft er sommigen in de Gemeente gesteld, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, daarna krachten, daarna gaven der gezondmakingen, behulpsels, regeringen, menigerlei talen. |
1 Corinthiers 12:29 | Zijn zij allen apostelen? Zijn zij allen profeten? Zijn zij allen leraars? Zijn zij allen krachten? |