1 Timotheus 2:2 | Voor koningen, en allen, die in hoogheid zijn; opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid. |
1 Timotheus 3:4 | Die zijn eigen huis wel regeert, [zijn] kinderen in onderdanigheid houdende, met alle stemmigheid; |
Titus 2:7 | Betoon uzelven in alles een voorbeeld van goede werken, [betoon] in de leer onvervalstheid, deftigheid, oprechtheid; |