Mattheus 13:41 | De Zoon des mensen zal Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk vergaderen al de ergernissen, en degenen, die de ongerechtigheid doen; |
Mattheus 16:23 | Maar Hij, Zich omkerende, zeide tot Petrus: Ga weg achter Mij, satanas! gij zijt Mij een aanstoot, want gij verzint niet de dingen, die Gods zijn, maar die der mensen zijn. |
Mattheus 18:7 | Wee der wereld van de ergernissen, want het is noodzakelijk, dat de ergernissen komen; doch wee dien mens, door welken de ergernis komt! |
Lukas 17:1 | En Hij zeide tot de discipelen: Het kan niet wezen, dat er geen ergernissen komen; doch wee [hem], door welken zij komen; |
Romeinen 9:33 | Gelijk geschreven is: Ziet, Ik leg in Sion een steen des aanstoots, en een rots der ergernis; en een iegelijk, die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. |
Romeinen 11:9 | En David zegt: Hun tafel worde tot een strik, en tot een val, en tot een aanstoot, en tot een vergelding voor hen. |
Romeinen 14:13 | Laat ons dan elkander niet meer oordelen; maar oordeelt dit liever, namelijk, dat gij den broeder geen aanstoot of ergernis geeft. |
Romeinen 16:17 | En ik bid u, broeders, neemt acht op degenen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die gij [van ons] geleerd hebt; en wijkt af van dezelve. |
1 Corinthiers 1:23 | Doch wij prediken Christus, den Gekruisigde, den Joden wel een ergernis, en den Grieken een dwaasheid; |
Galaten 5:11 | Maar ik, broeders! Indien ik nog de besnijdenis predik, waarom word ik nog vervolgd? Zo is dan de ergernis des kruises vernietigd. |
1 Petrus 2:8 | Dengenen [namelijk], die zich aan het Woord stoten, ongehoorzaam zijnde, waartoe zij ook gezet zijn. |
1 Johannes 2:10 | Die zijn broeder liefheeft, blijft in het licht, en geen ergernis is in hem. |
Openbaring 2:14 | Maar Ik heb [enige] weinige dingen tegen u, dat gij aldaar hebt, die de lering van Balaam houden, die Balak leerde den kinderen Israels een aanstoot voor te werpen, opdat zij zouden afgodenoffer eten en hoereren. |