Mattheus 11:25 | In diezelve tijd antwoordde Jezus en zeide: Ik dank U, Vader, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens geopenbaard. |
Mattheus 23:34 | Daarom ziet, Ik zend tot u profeten, en wijzen, en schriftgeleerden, en uit dezelve zult gij [sommigen] doden en kruisigen, en [sommigen] uit dezelve zult gij geselen in uw synagogen, en zult hen vervolgen van stad tot stad; |
Lukas 10:21 | Te dier ure verheugde Zich Jezus in den geest, en zeide: Ik dank U, Vader! Heere des hemels en der aarde; dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens geopenbaard; ja, Vader, want alzo is geweest het welbehagen voor U. |
Romeinen 1:14 | Beiden Grieken en Barbaren, beiden wijzen en onwijzen ben ik een schuldenaar. |
Romeinen 1:22 | Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden; |
Romeinen 16:19 | Want uw gehoorzaamheid is tot [kennis van] allen gekomen. Ik verblijde mij dan uwenthalve; en ik wil, dat gij wijs zijt in het goede, doch onnozel in het kwade. |
1 Corinthiers 1:19 | Want er is geschreven: Ik zal de wijsheid der wijzen doen vergaan, en het verstand der verstandigen zal Ik te niet maken. |
1 Corinthiers 1:20 | Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt? |
1 Corinthiers 1:25 | Want het dwaze Gods is wijzer dan de mensen; en het zwakke Gods is sterker dan de mensen. |
1 Corinthiers 1:26 | Want gij ziet uw roeping, broeders, dat [gij] niet vele wijzen [zijt] naar het vlees, niet vele machtigen, niet vele edelen. |
1 Corinthiers 1:27 | Maar het dwaze der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij de wijzen beschamen zou; en het zwakke der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij het sterke zou beschamen; |
1 Corinthiers 3:10 | Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester het fondament gelegd; en een ander bouwt daarop. Maar een iegelijk zie toe, hoe hij daarop bouwe. |
1 Corinthiers 3:18 | Niemand bedriege zichzelven. Zo iemand onder u dunkt, dat hij wijs is in deze wereld, die worde dwaas, opdat hij wijs moge worden. |
1 Corinthiers 3:19 | Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God; want er is geschreven: Hij vat de wijzen in hun arglistigheid; |
1 Corinthiers 3:20 | En wederom: De Heere kent de overleggingen der wijzen, dat zij ijdel zijn. |
1 Corinthiers 6:5 | Ik zeg u [dit] tot schaamte. Is er [dan] alzo onder u geen, die wijs is, ook niet een, die zou kunnen oordelen tussen zijn broeders? |
Efeziers 5:15 | Ziet dan, hoe gij voorzichtiglijk wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen. |
1 Timotheus 1:17 | Den Koning nu der eeuwen, den onverderfelijken, den onzienlijken, den alleen wijzen God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. |
Jakobus 3:13 | Wie is wijs en verstandig onder u? die bewijze uit [zijn] goeden wandel zijn werken in zachtmoedige wijsheid. |
Judas 1:25 | Den alleen wijzen God, onzen Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, beide nu en in alle eeuwigheid. Amen. |