G4710 σπουδή
inspanning, moeite, ernst, haast
Markus 6:25 | En zij, terstond met haast ingaande tot den koning, heeft het geeist, zeggende: Ik wil, dat gij mij nu terstond, in een schotel, geeft het hoofd van Johannes den Doper. |
Lukas 1:39 | En Maria, opgestaan zijnde in diezelfde dagen, reisde met haast naar het gebergte, in een stad van Juda; |
Romeinen 12:8 | Hetzij die vermaant, in het vermanen; die uitdeelt, in eenvoudigheid; die een voorstander is, in naarstigheid; die barmhartigheid doet, in blijmoedigheid. |
Romeinen 12:11 | Zijt niet traag in het benaarstigen. Zijt vurig van geest. Dient den Heere. |
2 Corinthiers 7:11 | Want ziet, ditzelfde dat gij naar God zijt bedroefd geworden, hoe grote naarstigheid heeft het in u gewrocht? Ja, verantwoording, ja, onlust, ja, vrees, ja, verlangen, ja, ijver, ja, wraak; in alles hebt gij uzelven bewezen rein te zijn in deze zaak. |
2 Corinthiers 7:12 | Hoewel ik dan aan u geschreven heb, [dat] is niet om diens wil, die onrecht gedaan had, noch om diens wil, dien onrecht gedaan was; maar opdat onze vlijtigheid voor u bij u openbaar zou worden, in de tegenwoordigheid Gods. |
2 Corinthiers 8:7 | Zo dan, gelijk gij in alles overvloedig zijt, in geloof, en in woord, en in kennis, en in alle naarstigheid, en in uw liefde tot ons, [ziet], dat gij ook in deze gave overvloedig zijt. |
2 Corinthiers 8:8 | Ik zeg [dit] niet [als] gebiedende, maar [als] door de naarstigheid van anderen ook de oprechtheid uwer liefde beproevende. |
2 Corinthiers 8:16 | Doch Gode zij dank, Die dezelfde naarstigheid voor u in het hart van Titus gegeven heeft; |
Hebreeen 6:11 | Maar wij begeren, dat een iegelijk van u dezelfde naarstigheid bewijze, tot de volle verzekerdheid der hoop, tot het einde toe; |
2 Petrus 1:5 | En gij, tot hetzelve ook alle naarstigheid toebrengende, voegt bij uw geloof deugd, en bij de deugd kennis, |
Judas 1:3 | Geliefden, alzo ik alle naarstigheid doe om u te schrijven van de gemene zaligheid, zo heb ik noodzaak gehad aan u te schrijven en [u] te vermanen, dat gij strijdt voor het geloof, dat eenmaal den heiligen overgeleverd is. |