G4904 συνεργός
medewerkend, helpend

Bijbelteksten

Romeinen 16:3Groet Priscilla en Aquila, mijn medewerkers in Christus Jezus;
Romeinen 16:9Groet Urbanus, onzen medearbeider in Christus, en Stachys, mijn beminde.
Romeinen 16:21U groeten, Timotheus, mijn medearbeider, en Lucius, en Jason, en Socipater, mijn bloedverwanten.
1 Corinthiers 3:9Want wij zijn Gods medearbeiders; Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij.
2 Corinthiers 1:24Niet dat wij heerschappij voeren over uw geloof, maar wij zijn medewerkers uwer blijdschap; want gij staat door het geloof.
2 Corinthiers 8:23Hetzij [dan] Titus, hij is mijn metgezel en medearbeider bij u; hetzij onze broeders, zij zijn afgezanten der Gemeenten, [en] een eer van Christus.
Filippenzen 2:25Maar ik heb nodig geacht tot u te zenden Epafroditus, mijn broeder, en medearbeider en medestrijder, en uw afgezondene, en bedienaar mijner nooddruft;
Filippenzen 4:3En ik bid ook u, gij [mijn] oprechte metgezel, wees dezen [vrouwen] behulpzaam, die met mij gestreden hebben in het Evangelie, ook met Clemens, en de andere mijn medearbeiders, welker namen zijn in het boek des levens.
Colossenzen 4:11En Jezus, gezegd Justus, welke uit de besnijdenis zijn; deze alleen zijn [mijn] medearbeiders in het Koninkrijk Gods, die mij een vertroosting geweest zijn.
1 Thessalonicensen 3:2En hebben gezonden Timotheus, onzen broeder, en Gods dienaar, en onzen medearbeider in het Evangelie van Christus, om u te versterken, en u te vermanen van uw geloof;
Filemon 1:1Paulus, een gevangene van Christus Jezus, en Timotheus, de broeder, aan Filemon, den geliefde, en onzen medearbeider,
Filemon 1:24Markus, Aristarchus, Demas, Lukas, mijn medearbeiders.
3 Johannes 1:8Wij dan zijn schuldig de zodanigen te ontvangen, opdat wij medearbeiders mogen worden der waarheid.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen