G4957 συσταυρόω
kruisigen (tegelijkertijd)

Bijbelteksten

Mattheus 27:44En hetzelfde verweten Hem ook de moordenaars, die met Hem gekruisigd waren.
Markus 15:32De Christus, de Koning Israels, kome nu af van het kruis, opdat wij het zien en geloven mogen. Ook die met Hem gekruist waren, smaadden Hem.
Johannes 19:32De krijgsknechten dan kwamen, en braken wel de benen des eersten, en des anderen, die met Hem gekruist was;
Romeinen 6:6Dit wetende, dat onze oude mens met [Hem] gekruisigd is, opdat het lichaam der zonde te niet gedaan worde, opdat wij niet meer de zonde dienen.
Galaten 2:20Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, [doch] niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken