2 Corinthiers 1:10 | Die ons uit zo groten dood verlost heeft, en [nog] verlost; op Welken wij hopen, dat Hij [ons] ook nog verlossen zal. |
Hebreeen 2:3 | Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht nemen? dewelke, begonnen zijnde verkondigd te worden door de Heere, aan ons bevestigd is geworden van degenen, die [Hem] gehoord hebben; |
Jakobus 3:4 | Ziet ook de schepen, hoewel zij zo groot zijn, en van harde winden gedreven, zij worden omgewend van een zeer klein roer, waarhenen ook de begeerte des stuurders wil. |
Openbaring 16:18 | En er geschiedden stemmen, en donderslagen, en bliksemen; en er geschiedde een grote aardbeving, hoedanige niet is geschied van dat de mensen op de aarde geweest zijn, [namelijk] een zodanige aardbeving [en] zo groot. |