G5100 τὶς
enige, enige tijd, een poosje, zeker iemand, een zekere

Bijbelteksten

Hebreeen 3:13Maar vermaant elkander te allen dage, zolang als het heden genaamd wordt, opdat niet iemand uit u verhard worde door de verleiding der zonde.
Hebreeen 3:16Want sommigen, als zij die gehoord hadden, hebben [Hem] verbitterd, doch niet allen, die uit Egypte door Mozes uitgegaan zijn.
Hebreeen 4:1Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven te zijn.
Hebreeen 4:6Dewijl dan blijft, dat sommigen in dezelve [rust] ingaan, en degenen, dien het Evangelie eerst verkondigd was, niet ingegaan zijn vanwege de ongehoorzaamheid,
Hebreeen 4:7Zo bepaalt Hij wederom een zekeren dag, [namelijk] heden, door David zeggende, zo langen tijd daarna (gelijkerwijs gezegd is): Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhardt uw harten niet.
Hebreeen 4:11Laat ons dan ons benaarstigen, om in die rust in te gaan; opdat niet iemand in hetzelfde voorbeeld der ongelovigheid valle.
Hebreeen 5:4En niemand neemt zichzelven die eer aan, maar die van God geroepen wordt, gelijkerwijs als Aaron.
Hebreeen 8:3Want een iegelijk hogepriester wordt gesteld om gaven en slachtofferen te offeren; waarom het noodzakelijk was, dat ook Deze wat had, dat Hij zou offeren.
Hebreeen 10:25En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar [elkander] vermanen; en [dat] zoveel te meer, als gij ziet dat de dag nadert.
Hebreeen 10:27Maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden.
Hebreeen 10:28Als iemand de wet van Mozes heeft te niet gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen;
Hebreeen 11:40Alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden.
Hebreeen 12:15Toeziende, dat niet iemand verachtere van de genade Gods; dat niet enige wortel der bitterheid, opwaarts spruitende, beroerte make, en door dezelve velen ontreinigd worden.
Hebreeen 12:16Dat niet iemand zij een hoereerder, of een onheilige, gelijk Ezau, die om een spijze het recht van zijn eerstgeboorte weggaf.
Hebreeen 13:2Vergeet de herbergzaamheid niet; want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen geherbergd.
Jakobus 1:5En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij [ze] van God begere, Die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden.
Jakobus 1:7Want die mens mene niet, dat hij iets ontvangen zal van den Heere.
Jakobus 1:18Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord der waarheid, opdat wij zouden zijn [als] eerstelingen Zijner schepselen.
Jakobus 1:23Want zo iemand een hoorder is des Woords, en niet een dader, die is een man gelijk, welke zijn aangeboren aangezicht bemerkt in een spiegel;
Jakobus 1:26Indien iemand onder u dunkt, dat hij godsdienstig is, en [hij] zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart verleidt, dezes godsdienst is ijdel.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs