G5100 τὶς
enige, enige tijd, een poosje, zeker iemand, een zekere
Markus 11:16 | En liet niet toe, dat iemand enig vat door den tempel droeg. |
Markus 11:25 | En wanneer gij staat om te bidden, vergeeft, indien gij iets hebt tegen iemand; opdat ook uw Vader, Die in de hemelen is, ulieden uw misdaden vergeve. |
Markus 12:13 | En zij zonden tot Hem enigen der Farizeen en der Herodianen, opdat zij Hem in [Zijn] rede vangen zouden. |
Markus 12:19 | Meester! Mozes heeft ons geschreven: Indien iemands broeder sterft, en een vrouw achterlaat, en geen kinderen nalaat, dat zijn broeder deszelfs vrouw nemen zal en zijn broeder zaad verwekken. |
Markus 13:5 | En Jezus, hun antwoordende, begon te zeggen: Ziet toe, dat u niemand verleide. |
Markus 13:15 | En die op het dak is, kome niet af in het huis, en ga niet in, om iets uit zijn huis weg te nemen. |
Markus 13:21 | En alsdan, zo iemand tot ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus; of ziet, Hij is daar; gelooft het niet. |
Markus 14:4 | En er waren sommigen, die dat zeer kwalijk namen bij zichzelven, en zeiden: Waartoe is dit verlies der zalf geschied? |
Markus 14:47 | En een dergenen, die daarbij stonden, het zwaard trekkende, sloeg den dienstknecht des hogepriesters, en hieuw hem zijn oor af. |
Markus 14:51 | En een zeker jongeling volgde Hem, hebbende een lijnwaad omgedaan over het naakte [lijf], en de jongelingen grepen hem. |
Markus 14:57 | En enigen, opstaande, getuigden valselijk tegen Hem, zeggende: |
Markus 14:65 | En sommigen begonnen Hem te bespuwen, en Zijn aangezicht te bedekken, en met vuisten te slaan, en tot Hem te zeggen: Profeteer! En de dienaars gaven Hem kinnebakslagen. |
Markus 15:21 | En zij dwongen een Simon van Cyrene, die [daar] voorbijging, komende van den akker, den vader van Alexander en Rufus, dat hij Zijn kruis droeg. |
Markus 15:35 | En sommigen van die daarbij stonden, [dit] horende, zeiden: Ziet, Hij roept Elias. |
Markus 16:18 | Slangen zullen zij opnemen; en al is het, dat zij iets dodelijks zullen drinken, dat zal hun niet schaden; op kranken zullen zij de handen leggen, en zij zullen gezond worden. |
Lukas 1:5 | In de dagen van Herodes, den koning van Judea, was een zeker priester, met name Zacharias, van de dagorde van Abia; en zijn vrouw was uit de dochteren van Aaron, en haar naam Elizabet. |
Lukas 6:2 | En sommigen der Farizeen zeiden tot hen: Waarom doet gij, wat niet geoorloofd is te doen op de sabbatten? |
Lukas 7:2 | En een dienstknecht van een zeker hoofdman over honderd, die hem zeer waard was, krank zijnde, lag op zijn sterven. |
Lukas 7:19 | En Johannes, zekere twee van zijn discipelen tot zich geroepen hebbende, zond hen tot Jezus, zeggende: Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een anderen? |
Lukas 7:36 | En een der Farizeen bad Hem, dat Hij met hem ate; en ingegaan zijnde in des Farizeers huis, zat Hij aan. |