Lukas 7:40 | En Jezus antwoordende, zeide tot hem: Simon! Ik heb u wat te zeggen. En hij sprak: Meester! zeg het. |
Lukas 7:41 | [Jezus zeide]: Een zeker schuldheer had twee schuldenaars; de een was schuldig vijfhonderd penningen, en de andere vijftig; |
Lukas 8:2 | En sommige vrouwen, die van boze geesten en krankheden genezen waren, [namelijk] Maria, genaamd Magdalena, van welke zeven duivelen uitgegaan waren; |
Lukas 8:27 | En als Hij aan het land uitgegaan was, ontmoette Hem een zeker man uit de stad, die van over langen tijd met duivelen was bezeten geweest; en was met geen klederen gekleed, en bleef in geen huis, maar in de graven. |
Lukas 8:46 | En Jezus zeide: Iemand heeft Mij aangeraakt; want Ik heb bekend, dat kracht van Mij uitgegaan is. |
Lukas 8:49 | Als Hij nog sprak, kwam er een van [het huis] des oversten der synagoge, zeggende tot hem: Uw dochter is gestorven; zijt den Meester niet moeilijk. |
Lukas 9:7 | En Herodes, de viervorst, hoorde al de dingen, die van Hem geschiedden; en was twijfelmoedig, omdat van sommigen gezegd werd, dat Johannes van de doden was opgestaan; |
Lukas 9:8 | En van sommigen, dat Elias verschenen was; en [van] anderen, dat een profeet van de ouden was opgestaan. |
Lukas 9:19 | En zij, antwoordende, zeiden: Johannes de Doper; en anderen: Elias; en anderen: Dat enig profeet van de ouden opgestaan is. |
Lukas 9:23 | En Hij zeide tot allen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis dagelijks op, en volge Mij. |
Lukas 9:27 | En Ik zeg u waarlijk: Er zijn sommigen dergenen, die hier staan, die den dood niet zullen smaken, totdat zij het Koninkrijk Gods zullen gezien hebben. |
Lukas 9:49 | En Johannes antwoordde en zeide: Meester! wij hebben een gezien, die in Uw Naam de duivelen uitwierp, en wij hebben het hem verboden, omdat hij U met ons niet volgt. |
Lukas 9:57 | En het geschiedde op den weg, als zij reisden, dat een tot Hem zeide: Heere, ik zal U volgen, waar Gij ook heengaat. |
Lukas 10:25 | En ziet, een zeker wetgeleerde stond op, Hem verzoekende, en zeggende: Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beerven? |
Lukas 10:30 | En Jezus, antwoordende, zeide: Een zeker mens kwam af van Jeruzalem naar Jericho, en viel onder de moordenaars, welke, hem ook uitgetogen, en daartoe [zware] slagen gegeven hebbende, heengingen, en lieten [hem] half dood liggen. |
Lukas 10:31 | En bij geval kwam een zeker priester denzelven weg af, en hem ziende, ging hij tegenover [hem] voorbij. |
Lukas 10:33 | Maar een zeker Samaritaan, reizende, kwam omtrent hem, en hem ziende, werd hij met innerlijke ontferming bewogen. |
Lukas 10:35 | En des anderen daags weggaande, langde hij twee penningen uit, en gaf ze den waard, en zeide tot hem: Draag zorg voor hem: en zo wat gij meer [aan hem] ten koste zult leggen, dat zal ik u wedergeven, als ik wederkom. |
Lukas 10:38 | En het geschiedde, als zij reisden, dat Hij kwam in een vlek; en een zekere vrouw, met name Martha, ontving Hem in haar huis. |
Lukas 11:1 | En het geschiedde, toen Hij in een zekere plaats was biddende, als Hij ophield, dat een van Zijn discipelen tot Hem zeide: Heere, leer ons bidden, gelijk ook Johannes zijn discipelen geleerd heeft. |