G5160 τροφή
trofh

Bijbelteksten

Mattheus 3:4En dezelve Johannes had zijn kleding van kemelshaar, en een lederen gordel om zijn lenden; en zijn voedsel was sprinkhanen en wilde honig.
Mattheus 6:25Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten, en wat gij drinken zult; noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult; is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding?
Mattheus 10:10Noch male tot den weg, noch twee rokken, noch schoenen, noch staf; want de arbeider is zijn voedsel waardig.
Mattheus 24:45Wie is dan de getrouwe en voorzichtige dienstknecht, denwelken zijn heer over zijn dienstboden gesteld heeft, om hunlieder [hun] voedsel te geven ter rechter tijd?
Lukas 12:23Het leven is meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding.
Johannes 4:8(Want Zijn discipelen waren heengegaan in de stad, opdat zij zouden spijze kopen.)
Handelingen 2:46En dagelijks eendrachtelijk in den tempel volhardende, en van huis tot huis brood brekende, aten zij te zamen met verheuging en eenvoudigheid des harten;
Handelingen 9:19En als hij spijze genomen had, werd hij versterkt. En Saulus was sommige dagen bij de discipelen, die te Damaskus waren.
Handelingen 14:17Hoewel Hij nochtans Zichzelven niet onbetuigd gelaten heeft, goed doende van den hemel, ons regen en vruchtbare tijden gevende, vervullende onze harten met spijs en vrolijkheid.
Handelingen 27:33En ondertussen dat het dag zou worden, vermaande Paulus [hen] allen, dat zij zouden spijze nemen, en zeide: Het is heden de veertiende dag, dat gij verwachtende blijft zonder eten, en niets hebt genomen.
Handelingen 27:34Daarom vermaan ik u spijze te nemen, want dat dient tot uw behouding; want niemand van u zal een haar van het hoofd vallen.
Handelingen 27:36En zij allen, goedsmoeds geworden zijnde, namen ook zelven spijze.
Handelingen 27:38En als zij met spijze verzadigd waren, lichtten zij het schip, en wierpen het koren uit in de zee.
Hebreeen 5:12Want gij, daar gij leraars behoordet te zijn vanwege den tijd, hebt wederom van node, dat men u lere, welke de eerste beginselen zijn der woorden Gods; en gij zijt geworden, [als] die melk van node hebben, en niet vaste spijze.
Hebreeen 5:14Maar der volmaakten is de vaste spijze, die door de gewoonheid de zinnen geoefend hebben, tot onderscheiding beide des goeds en des kwaads.
Jakobus 2:15Indien er nu een broeder of zuster naakt zouden zijn, en gebrek zouden hebben aan dagelijks voedsel;

Mede mogelijk dankzij