G5187 τυφόω
tufow

Bijbelteksten

1 Timotheus 3:6Geen nieuweling, opdat hij niet opgeblazen worde, en in het oordeel des duivels valle.
1 Timotheus 6:4Die is opgeblazen, en weet niets, maar hij raast omtrent [twist]vragen en woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist, lasteringen, kwade nadenkingen.
2 Timotheus 3:4Verraders, roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers der wellusten dan liefhebbers Gods;

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken