G5216 ὑμῶν
jullie (van)

Bijbelteksten

2 Corinthiers 12:14Ziet, ik ben ten derden male gereed, om tot u te komen, en zal u niet lastig zijn; want ik zoek niet het uwe, maar u; want de kinderen moeten niet schatten vergaderen voor de ouders, maar de ouders voor de kinderen.
2 Corinthiers 12:15En ik zal zeer gaarne de kosten doen, en voor uw zielen ten koste gegeven worden; hoewel ik, u overvloediger beminnende, weiniger bemind worde.
2 Corinthiers 12:19Meent gij wederom, dat wij ons bij u verontschuldigen? Wij spreken in de tegenwoordigheid van God in Christus; en dit alles, geliefden, tot uw stichting.
2 Corinthiers 13:9Want wij verblijden ons, wanneer wij zwak zijn, en gij sterk zijt. En wij wensen ook dit, [namelijk] uw volmaking.
2 Corinthiers 13:11Voorts, broeders, zijt blijde, wordt volmaakt, zijt getroost, zijt eensgezind, leeft in vrede; en de God der liefde en des vredes zal met u zijn.
Galaten 3:2Dit alleen wil ik van u leren: hebt gij den Geest ontvangen uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs?
Galaten 4:6En overmits gij kinderen zijt, zo heeft God den Geest Zijns Zoons uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader!
Galaten 4:12Weest gij als ik, want ook ik ben als gij; broeders, ik bid u; gij hebt mij geen ongelijk gedaan.
Galaten 4:15Welke was dan uw gelukachting? Want ik geef u getuigenis, dat gij, zo het mogelijk ware, uw ogen zoudt uitgegraven, en mij gegeven hebben.
Galaten 4:16Ben ik dan uw vijand geworden, u de waarheid zeggende?
Galaten 6:18De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen.
Efeziers 1:13In Welken ook gij [zijt], nadat gij het woord der waarheid, [namelijk] het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte;
Efeziers 1:16Houde niet op voor u te danken, gedenkende uwer in mijn gebeden;
Efeziers 1:18[Namelijk] verlichte ogen uws verstands, opdat gij moogt weten, welke zij de hoop van Zijn roeping, en welke de rijkdom zij der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen;
Efeziers 2:8Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave;
Efeziers 3:1Om deze oorzaak [ben] ik Paulus de gevangene van Christus Jezus, voor u, die heidenen zijt.
Efeziers 3:13Daarom bid ik, dat gij niet vertraagt in mijn verdrukkingen voor u, hetwelke is uw heerlijkheid.
Efeziers 3:17Opdat Christus door het geloof in uw harten wone, en gij in de liefde geworteld en gegrond zijt;
Efeziers 4:4Een lichaam is het, en een Geest, gelijkerwijs gij ook geroepen zijt tot een hoop uwer roeping;
Efeziers 4:23En dat gij zoudt vernieuwd worden in den geest uws gemoeds,

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin