G5216 ὑμῶν
jullie (van)

Bijbelteksten

Mattheus 18:14Alzo is de wil niet uws Vaders, Die in de hemelen is, dat een van deze kleinen verloren ga.
Mattheus 18:19Wederom zeg Ik u: Indien er twee van u samenstemmen op de aarde, over enige zaak, die zij zouden mogen begeren, dat die hun zal geschieden van Mijn Vader, Die in de hemelen is.
Mattheus 18:35Alzo zal ook Mijn hemelse Vader u doen, indien gij niet van harte vergeeft een iegelijk zijn broeder zijn misdaden.
Mattheus 19:8Hij zeide tot hen: Mozes heeft vanwege de hardigheid uwer harten u toegelaten uw vrouwen te verlaten; maar van den beginne is het alzo niet geweest.
Mattheus 20:26Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder u zal willen groot worden, [die] zij uw dienaar;
Mattheus 20:27En zo wie onder u zal willen de eerste zijn, die zij uw dienstknecht.
Mattheus 21:2Gaat heen in het vlek, dat tegen u over [ligt], en gij zult terstond een ezelin gebonden vinden, en een veulen met haar; ontbindt ze, en brengt ze tot Mij.
Mattheus 21:43Daarom zeg Ik ulieden, dat het Koninkrijk Gods van u zal weggenomen worden, en een volk gegeven, dat zijn vruchten voortbrengt.
Mattheus 23:8Doch gij zult niet rabbi genaamd worden; want Een is uw Meester, [namelijk] Christus; en gij zijt allen broeders.
Mattheus 23:9En gij zult niemand uw vader noemen op de aarde; want Een is uw Vader, [namelijk] Die in de hemelen is.
Mattheus 23:10Noch zult gij meesters genoemd worden; want Een is uw Meester, [namelijk] Christus.
Mattheus 23:11Maar de meeste van u zal uw dienaar zijn.
Mattheus 23:15Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij omreist zee en land, om een Jodengenoot te maken, en als hij het geworden is, zo maakt gij hem een kind der helle, tweemaal meer dan gij [zijt].
Mattheus 23:32Gij [dan] ook, vervult de mate uwer vaderen!
Mattheus 23:34Daarom ziet, Ik zend tot u profeten, en wijzen, en schriftgeleerden, en uit dezelve zult gij [sommigen] doden en kruisigen, en [sommigen] uit dezelve zult gij geselen in uw synagogen, en zult hen vervolgen van stad tot stad;
Mattheus 23:38Ziet, uw huis wordt u woest gelaten.
Mattheus 24:20Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat.
Mattheus 24:42Waakt dan; want gij weet niet, in welke ure uw Heere komen zal.
Mattheus 25:8En de dwazen zeiden tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit.
Mattheus 26:21En toen zij aten, zeide Hij: Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech