G5228 ὑπέρ
over, meer dan, ten behoeve van, ter wille van, meer, verder
Johannes 17:19 | En Ik heilige Mijzelven voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid. |
Johannes 18:14 | Kajafas nu was degene, die den Joden geraden had, dat het nut was, dat een Mens voor het volk stierve. |
Handelingen 5:41 | Zij dan gingen heen van het aangezicht des raads, verblijd zijnde, dat zij waren waardig geacht geweest, om Zijns Naams wil smaadheid te lijden. |
Handelingen 8:24 | Doch Simon, antwoordende, zeide: Bidt gijlieden voor mij tot den Heere, opdat niets over mij kome van hetgeen gij gezegd hebt. |
Handelingen 9:16 | Want Ik zal hem tonen, hoeveel hij lijden moet om Mijn Naam. |
Handelingen 12:5 | Petrus dan werd in de gevangenis bewaard; maar van de Gemeente werd een gedurig gebed tot God voor hem gedaan. |
Handelingen 15:26 | Mensen, die hun zielen overgegeven hebben voor den Naam van onzen Heere Jezus Christus. |
Handelingen 21:13 | Maar Paulus antwoordde: Wat doet gij, dat gij weent, en mijn hart week maakt? Want ik ben bereid niet alleen gebonden te worden, maar ook te sterven te Jeruzalem voor den Naam van den Heere Jezus. |
Handelingen 21:26 | Toen nam Paulus de mannen met zich, en den dag daaraan met hen geheiligd zijnde, ging hij in den tempel, en verkondigde, dat de dagen der heiliging vervuld waren, [blijvende daar], totdat voor een iegelijk van hen de offerande opgeofferd was. |
Handelingen 26:1 | En Agrippa zeide tot Paulus: Het is u geoorloofd voor uzelven te spreken. Toen strekte Paulus de hand uit, en verantwoordde zich [aldus]: |
Handelingen 26:13 | Zag ik, o koning, in het midden van den dag, op den weg een licht, boven den glans der zon, van den hemel mij en degenen, die met mij reisden, omschijnende. |
Romeinen 1:5 | (Door Welken wij hebben ontvangen genade en het apostelschap, tot gehoorzaamheid des geloofs onder al de heidenen, voor Zijn Naam; |
Romeinen 1:8 | Eerstelijk dank ik mijn God door Jezus Christus over u allen, dat uw geloof verkondigd wordt in de gehele wereld. |
Romeinen 5:6 | Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven. |
Romeinen 5:7 | Want nauwelijks zal iemand voor een rechtvaardige sterven; want voor den goede zal mogelijk iemand ook bestaan te sterven. |
Romeinen 5:8 | Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren. |
Romeinen 8:26 | En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet, wat wij bidden zullen, gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. |
Romeinen 8:27 | En Die de harten doorzoekt, weet, welke de mening des Geestes zij, dewijl Hij naar God voor de heiligen bidt. |
Romeinen 8:31 | Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? |
Romeinen 8:32 | Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken? |