Mattheus 5:25 | Weest haastelijk welgezind [jegens] uw wederpartij, terwijl gij nog met hem op den weg zijt; opdat de wederpartij niet misschien u den rechter overlevere, en de rechter u den dienaar overlevere, en gij in de gevangenis geworpen wordt. |
Mattheus 26:58 | En Petrus volgde Hem van verre tot aan de zaal des hogepriesters, en binnengegaan zijnde, zat hij bij de dienaren, om het einde te zien. |
Markus 14:54 | En Petrus volgde Hem van verre, tot binnen in de zaal des hogepriesters, en hij was mede zittende met de dienaren, en zich warmende bij het vuur. |
Markus 14:65 | En sommigen begonnen Hem te bespuwen, en Zijn aangezicht te bedekken, en met vuisten te slaan, en tot Hem te zeggen: Profeteer! En de dienaars gaven Hem kinnebakslagen. |
Lukas 1:2 | Gelijk ons overgeleverd hebben, die van den beginne zelven aanschouwers en dienaars des Woords geweest zijn; |
Lukas 4:20 | En als Hij het boek toegedaan en den dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen. |
Johannes 7:32 | De Farizeen hoorden, dat de schare dit van Hem murmelde; en de Farizeen en de overpriesters zonden dienaren, opdat zij Hem grijpen zouden. |
Johannes 7:45 | De dienaars dan kwamen tot de overpriesters en Farizeen; en die zeiden tot hen: Waarom hebt gij Hem niet gebracht? |
Johannes 7:46 | De dienaars antwoordden: Nooit heeft een mens alzo gesproken, gelijk deze Mens. |
Johannes 18:3 | Judas dan, genomen hebbende de bende [krijgsknechten] en [enige] dienaars van de overpriesters en Farizeen, kwam aldaar met lantaarnen, en fakkelen, en wapenen. |
Johannes 18:12 | De bende dan, en de overste over duizend, en de dienaars der Joden namen Jezus gezamenlijk, en bonden Hem; |
Johannes 18:18 | En de dienstknechten en de dienaars stonden, hebbende een kolenvuur gemaakt, omdat het koud was, en warmden zich. Petrus stond bij hen, en warmde zich. |
Johannes 18:22 | En als Hij dit zeide, gaf een van de dienaren, die daarbij stond, Jezus een kinnebakslag, zeggende: Antwoordt Gij alzo den hogepriester? |
Johannes 18:36 | Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Indien Mijn Koninkrijk van deze wereld ware, zo zouden Mijn dienaren gestreden hebben, opdat Ik den Joden niet ware overgeleverd; maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier. |
Johannes 19:6 | Als Hem dan de overpriesters en de dienaars zagen, riepen zij, zeggende: Kruis [Hem], kruis [Hem]! Pilatus zeide tot hen: Neemt gijlieden Hem en kruist [Hem]; want ik vind in Hem geen schuld. |
Handelingen 5:22 | Doch als de dienaars daar kwamen, vonden zij hen in de gevangenis niet, maar keerden wederom, en boodschapten [dit]. |
Handelingen 5:26 | Toen ging de hoofdman heen, met de dienaren, en bracht hen, [doch] niet met geweld (want zij vreesden het volk, opdat zij niet gestenigd wierden). |
Handelingen 13:5 | En gekomen zijnde te Salamis, verkondigden zij het woord Gods in de synagogen der Joden; en zij hadden ook Johannes tot een dienaar. |
Handelingen 26:16 | Maar richt u op, en sta op uw voeten; want hiertoe ben Ik u verschenen, om u te stellen tot een dienaar en getuige der dingen, beide die gij gezien hebt en in welke Ik u [nog] zal verschijnen; |
1 Corinthiers 4:1 | Alzo houde ons een [ieder] mens, als dienaars van Christus, en uitdelers der verborgenheden Gods. |