G5368 φιλέω
liefhebben, beminnen, kussen

Bijbelteksten

Mattheus 6:5En wanneer gij bidt, zo zult gij niet zijn gelijk de geveinsden; want die plegen gaarne, in de synagogen en op de hoeken der straten staande, te bidden, opdat zij van de mensen mogen gezien worden. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben.
Mattheus 10:37Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig.
Mattheus 23:6En zij beminnen de vooraanzitting in de maaltijden, en de voorgestoelten in de synagogen;
Mattheus 26:48En die Hem verried, had hun een teken gegeven, zeggende: Dien ik zal kussen, Dezelve is het, grijpt Hem.
Markus 14:44En die Hem verried, had hun een gemeen teken gegeven, zeggende: Dien ik kussen zal, Die is het, grijpt Hem, en leidt Hem zekerlijk henen.
Lukas 20:46Wacht u van de Schriftgeleerden, die daar willen wandelen in lange klederen, en beminnen de groetingen op de markten, en de voorgestoelten in de synagogen, en de vooraanzittingen in de maaltijden;
Lukas 22:47En als Hij nog sprak, ziet daar een schare; en een van de twaalven, die genaamd was Judas, ging hun voor, en kwam bij Jezus, om Hem te kussen.
Johannes 5:20Want de Vader heeft den Zoon lief, en toont Hem alles, wat Hij doet; en Hij zal Hem groter werken tonen dan deze, opdat gij u verwondert.
Johannes 11:3Zijn zusters dan zonden tot Hem, zeggende: Heere, zie, dien Gij liefhebt, is krank.
Johannes 11:36De Joden dan zeiden: Ziet, hoe lief Hij hem had!
Johannes 12:25Die zijn leven liefheeft, zal hetzelve verliezen; en die zijn leven haat in deze wereld, zal hetzelve bewaren tot het eeuwige leven.
Johannes 15:19Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld.
Johannes 16:27Want de Vader Zelf heeft u lief, dewijl gij Mij liefgehad hebt, en hebt geloofd, dat Ik van God ben uitgegaan.
Johannes 20:2Zij liep dan, en kwam tot Simon Petrus en tot den anderen discipel, welken Jezus liefhad, en zeide tot hen: Zij hebben den Heere weggenomen uit het graf, en wij weten niet, waar zij Hem gelegd hebben.
Johannes 21:15Toen zij dan het middagmaal gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, [zoon] van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere! Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid Mijn lammeren.
Johannes 21:16Hij zeide wederom tot hem ten tweeden maal: Simon, [zoon] van Jonas, hebt gij Mij lief? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere, Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed Mijn schapen.
Johannes 21:17Hij zeide tot hem ten derden maal: Simon, [zoon] van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat Hij ten derden maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid Mijn schapen.
1 Corinthiers 16:22Indien iemand den Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking; Maran-atha!
Titus 3:15Die met mij zijn, groeten u allen. Groet ze, die ons liefhebben in het geloof. De genade zij met u allen. Amen.
Openbaring 3:19Zo wie Ik liefheb, die bestraf en kastijd Ik; wees dan ijverig, en bekeer u.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken