G5457 φῶς
licht

Bijbelteksten

Mattheus 4:16Het volk, dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en dengenen, die zaten in het land en de schaduwe des doods, denzelven is een licht opgegaan.
Mattheus 5:14Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn.
Mattheus 5:16Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.
Mattheus 6:23Maar indien uw oog boos is, zo zal geheel uw lichaam duister zijn. Indien dan het licht, dat in u is, duisternis is, hoe groot [zal] de duisternis [zelve zijn]!
Mattheus 10:27Hetgeen Ik u zeg in de duisternis, zegt het in het licht; en hetgeen gij hoort in het oor, predikt dat op de daken.
Mattheus 17:2En Hij werd voor hen veranderd van gedaante; en Zijn aangezicht blonk gelijk de zon, en Zijn klederen werden wit gelijk het licht.
Markus 14:54En Petrus volgde Hem van verre, tot binnen in de zaal des hogepriesters, en hij was mede zittende met de dienaren, en zich warmende bij het vuur.
Lukas 2:32Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israel.
Lukas 8:16En niemand, die een kaars ontsteekt, bedekt dezelve met een vat, of zet ze onder een bed; maar zet ze op een kandelaar, opdat degenen, die inkomen, het licht zien mogen.
Lukas 11:35Zie dan toe, dat niet het licht, hetwelk in u is, duisternis zij.
Lukas 12:3Daarom, al wat gij in de duisternis gezegd hebt, zal in het licht gehoord worden; en wat gij in het oor gesproken hebt, in de binnenkamers, zal op de daken gepredikt worden.
Lukas 16:8En de heer prees den onrechtvaardigen rentmeester, omdat hij voorzichtiglijk gedaan had; want de kinderen dezer wereld zijn voorzichtiger, dan de kinderen des lichts, in hun geslacht.
Lukas 22:56En een zekere dienstmaagd, ziende hem bij het vuur zitten, en haar ogen op hem houdende, zeide: Ook deze was met Hem.
Johannes 1:4In Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen.
Johannes 1:5En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen.
Johannes 1:7Deze kwam tot een getuigenis, om van het Licht te getuigen, opdat zij allen door hem geloven zouden.
Johannes 1:8Hij was het Licht niet, maar [was gezonden], opdat hij van het Licht getuigen zou.
Johannes 1:9[Dit] was het waarachtige Licht, Hetwelk verlicht een iegelijk mens, komende in de wereld.
Johannes 3:19En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos.
Johannes 3:20Want een iegelijk, die kwaad doet, haat het licht, en komt tot het licht niet, opdat zijn werken niet bestraft worden.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken