Romeinen 13:12 | De nacht is voorbijgegaan, en de dag is nabij gekomen. Laat ons dan afleggen de werken der duisternis, en aandoen de wapenen des lichts. |
2 Corinthiers 4:6 | Want God, Die gezegd heeft, dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is Degene, Die in onze harten geschenen heeft, om [te geven] verlichting der kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus. |
2 Corinthiers 6:14 | Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? |
2 Corinthiers 11:14 | En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts. |
Efeziers 5:8 | Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts. |
Efeziers 5:13 | Maar al deze dingen, van het licht bestraft zijnde, worden openbaar; want al wat openbaar maakt, is licht. |
Colossenzen 1:12 | Dankende den Vader, Die ons bekwaam gemaakt heeft, om deel [te hebben] in de erve der heiligen in het licht; |
1 Thessalonicensen 5:5 | Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis. |
1 Timotheus 6:16 | Die alleen onsterfelijkheid heeft, en een ontoegankelijk licht bewoont; Denwelken geen mens gezien heeft, noch zien kan; Welken zij eer en eeuwige kracht. Amen. |
Jakobus 1:17 | Alle goede gave, en alle volmaakte gifte is van boven, van den Vader der lichten afkomende, bij Welken geen verandering is, of schaduw van omkering. |
1 Petrus 2:9 | Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk; opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht; |
1 Johannes 1:5 | En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben, en wij u verkondigen, dat God een Licht is, en gans geen duisternis in Hem is. |
1 Johannes 1:7 | Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. |
1 Johannes 2:8 | Wederom schrijf ik u een nieuw gebod: hetgeen waarachtig is in Hem, zij ook in u [waarachtig]; want de duisternis gaat voorbij, en het waarachtige licht schijnt nu. |
1 Johannes 2:9 | Die zegt, dat hij in het licht is, en zijn broeder haat, die is in de duisternis tot nog toe. |
1 Johannes 2:10 | Die zijn broeder liefheeft, blijft in het licht, en geen ergernis is in hem. |
Openbaring 18:23 | En het licht der kaars zal in u niet meer schijnen; en de stem eens bruidegoms en ener bruid zal in u niet meer gehoord worden; want uw kooplieden waren de groten der aarde, want door uw toverij zijn alle volken verleid geweest. |
Openbaring 21:24 | En de volken, die zalig worden, zullen in haar licht wandelen; en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid en eer in dezelve. |
Openbaring 22:5 | En aldaar zal geen nacht zijn, en zij zullen geen kaars noch licht der zon van node hebben; want de Heere God verlicht hen; en zij zullen als koningen heersen in alle eeuwigheid. |