Lukas 1:30 | En de engel zeide tot haar: Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God gevonden. |
Lukas 2:40 | En het Kindeken wies op, en werd gesterkt in den geest, en vervuld met wijsheid; en de genade Gods was over Hem. |
Lukas 2:52 | En Jezus nam toe in wijsheid, en in grootte, en in genade bij God en de mensen. |
Lukas 4:22 | En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef? |
Lukas 6:32 | En indien gij liefhebt, die u liefhebben, wat dank hebt gij? Want ook de zondaars hebben lief degenen, die hen liefhebben. |
Lukas 6:33 | En indien gij goed doet dengenen, die u goed doen, wat dank hebt gij? Want ook de zondaars doen hetzelfde. |
Lukas 6:34 | En indien gij leent dengenen, van welke gij hoopt weder te ontvangen, wat dank hebt gij? Want ook de zondaars lenen den zondaren, opdat zij evengelijk weder mogen ontvangen. |
Lukas 17:9 | Dankt hij ook denzelven dienstknecht omdat hij gedaan heeft, hetgeen hem bevolen was? Ik meen, neen. |
Johannes 1:14 | En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid. |
Johannes 1:16 | En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, ook genade voor genade. |
Johannes 1:17 | Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden. |
Handelingen 2:47 | En prezen God, en hadden genade bij het ganse volk. En de Heere deed dagelijks tot de Gemeente, die zalig werden. |
Handelingen 4:33 | En de apostelen gaven met grote kracht getuigenis van de opstanding van den Heere Jezus; en er was grote genade over hen allen. |
Handelingen 7:10 | En verloste hem uit al zijn verdrukkingen, en gaf hem genade en wijsheid voor Farao, den koning van Egypteland; en hij stelde hem tot een overste over Egypte, en zijn gehele huis. |
Handelingen 7:46 | Dewelke voor God genade gevonden heeft, en begeerd heeft te vinden een woonstede voor den God Jakobs. |
Handelingen 11:23 | Dewelke, daar gekomen zijnde, en de genade Gods ziende, werd verblijd, en vermaande hen allen, dat zij met een voornemen des harten bij den Heere zouden blijven. |
Handelingen 13:43 | En als de synagoge gescheiden was, volgden velen van de Joden en van de godsdienstige Jodengenoten Paulus en Barnabas; welke tot hen spraken, en hen vermaanden te blijven bij de genade Gods. |
Handelingen 14:3 | Zij verkeerden dan [aldaar] een langen tijd, vrijmoediglijk sprekende in den Heere, Die getuigenis gaf aan het Woord Zijner genade, en gaf, dat tekenen en wonderen geschiedden door hun handen. |
Handelingen 14:26 | En van daar scheepten zij af naar Antiochie, van waar zij der genade Gods bevolen waren geweest tot het werk, dat zij volbracht hadden. |
Handelingen 15:11 | Maar wij geloven, door de genade van den Heere Jezus Christus, zalig te worden, op zulke wijze als ook zij. |