G5547 Χριστός
Christus

Bijbelteksten

Markus 9:41Want zo wie ulieden een beker water zal te drinken geven in Mijn Naam, omdat gij [discipelen] van Christus zijt, voorwaar zeg Ik u, hij zal zijn loon geenszins verliezen.
Markus 12:35En Jezus antwoordde en zeide, lerende in den tempel: Hoe zeggen de schriftgeleerden, dat de Christus een Zoon van David is?
Markus 13:21En alsdan, zo iemand tot ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus; of ziet, Hij is daar; gelooft het niet.
Markus 14:61Maar Hij zweeg stil, en antwoordde niets. Wederom vraagde Hem de hogepriester, en zeide tot Hem: Zijt Gij de Christus, de Zoon des gezegenden [Gods]?
Markus 15:32De Christus, de Koning Israels, kome nu af van het kruis, opdat wij het zien en geloven mogen. Ook die met Hem gekruist waren, smaadden Hem.
Lukas 2:11[Namelijk] dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids.
Lukas 2:26En hem was een Goddelijke openbaring gedaan door den Heiligen Geest, dat hij den dood niet zien zoude, eer hij den Christus des Heeren zou zien.
Lukas 3:15En als het volk verwachtte, en allen in hun harten overleiden van Johannes, of hij niet mogelijk de Christus ware;
Lukas 4:41En er voeren ook duivelen uit van velen, roepende en zeggende: Gij zijt de Christus, de Zone Gods! En [hen] bestraffende, liet Hij die niet spreken, omdat zij wisten, dat Hij de Christus was.
Lukas 9:20En Hij zeide tot hen: Maar gijlieden, wie zegt gij, dat Ik ben? En Petrus, antwoordende, zeide: De Christus Gods.
Lukas 20:41En Hij zeide tot hen: Hoe zeggen zij, dat de Christus Davids Zoon is?
Lukas 22:67Zeggende: Zijt Gij de Christus, zeg het ons. En Hij zeide tot hen: Indien Ik het u zeg, gij zult het niet geloven;
Lukas 23:2En zij begonnen Hem te beschuldigen, zeggende: Wij hebben bevonden, dat Deze het volk verkeert, en verbiedt den keizer schattingen te geven, zeggende, dat Hij Zelf Christus, de Koning is.
Lukas 23:35En het volk stond en zag het aan. En ook de oversten met hen beschimpten [Hem], zeggende: Anderen heeft Hij verlost, dat Hij nu Zichzelven verlosse, zo Hij is de Christus, de Uitverkorene Gods.
Lukas 23:39En een der kwaaddoeners, die gehangen waren, lasterde Hem, zeggende: Indien Gij de Christus zijt, verlos Uzelven en ons.
Lukas 24:26Moest de Christus niet deze dingen lijden, en [alzo] in Zijn heerlijkheid ingaan?
Lukas 24:46En zeide tot hen: Alzo is er geschreven, en alzo moest de Christus lijden, en van de doden opstaan ten derden dage.
Johannes 1:17Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden.
Johannes 1:20En hij beleed en loochende het niet; en beleed: Ik ben de Christus niet.
Johannes 1:25En zij vraagden hem en spraken tot hem: Waarom doopt gij dan, zo gij de Christus niet zijt, noch Elias, noch de profeet?

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs