Handelingen 2:38 | En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. |
Handelingen 3:6 | En Petrus zeide: Zilver en goud heb ik niet, maar hetgeen ik heb, dat geve ik u; in den Naam van Jezus Christus, den Nazarener, sta op en wandel! |
Handelingen 3:18 | Maar God heeft alzo vervuld, hetgeen Hij door den mond van al Zijn profeten te voren verkondigd had, dat de Christus lijden zou. |
Handelingen 3:20 | En Hij gezonden zal hebben Jezus Christus, Die u tevoren gepredikt is; |
Handelingen 4:10 | Zo zij u allen kennelijk, en het ganse volk Israel, dat door den Naam van Jezus Christus, den Nazarener, Dien gij gekruist hebt, Welken God van de doden heeft opgewekt, door Hem, [zeg ik], staat deze hier voor u gezond. |
Handelingen 4:26 | De koningen der aarde zijn [te zamen] opgestaan, en de oversten zijn bijeenvergaderd tegen den Heere, en tegen Zijn Gezalfde. |
Handelingen 5:42 | En zij hielden niet op, allen dag, in den tempel en bij de huizen, te leren, en Jezus Christus te verkondigen. |
Handelingen 8:5 | En Filippus kwam af in de stad van Samaria, en predikte hun Christus. |
Handelingen 8:12 | Maar toen zij Filippus geloofden, die het Evangelie van het Koninkrijk Gods, en [van] den Naam van Jezus Christus verkondigde, werden zij gedoopt, beiden, mannen en vrouwen. |
Handelingen 8:16 | (Want Hij was nog op niemand van hen gevallen, maar zij waren alleenlijk gedoopt in den Naam van den Heere Jezus.) |
Handelingen 9:20 | En hij predikte terstond Christus in de synagogen, dat Hij de Zoon van God is. |
Handelingen 9:22 | Doch Saulus werd meer en meer bekrachtigd, en overtuigde de Joden, die te Damaskus woonden, bewijzende, dat deze de Christus is. |
Handelingen 9:34 | En Petrus zeide tot hem: Eneas! Jezus Christus maakt u gezond; sta op en spreid uzelven [het bed]. En hij stond terstond op. |
Handelingen 10:36 | [Dit is] het woord, dat Hij gezonden heeft den kinderen Israels, verkondigende vrede door Jezus Christus; deze is een Heere van allen. |
Handelingen 11:17 | Indien dan God hun evengelijke gave gegeven heeft, als ook ons, die in de Heere Jezus Christus geloofd hebben, wie was ik toch, die God konde weren? |
Handelingen 15:26 | Mensen, die hun zielen overgegeven hebben voor den Naam van onzen Heere Jezus Christus. |
Handelingen 16:18 | En dit deed zij vele dagen lang. Maar Paulus, [daarover] ontevreden zijnde, keerde zich om, en zeide tot den geest: Ik gebied u in den Naam van Jezus Christus, dat gij van haar uitgaat. En hij ging uit ter zelfder ure. |
Handelingen 16:31 | En zij zeiden: Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis. |
Handelingen 17:3 | [Dezelve] openende, en voor [ogen] stellende, dat de Christus moest lijden en opstaan uit de doden, en dat deze Jezus is de Christus, Dien ik, [zeide hij], ulieden verkondige. |
Handelingen 18:5 | En als Silas en Timotheus van Macedonie afgekomen waren, werd Paulus door den Geest gedrongen, betuigende den Joden, dat Jezus is de Christus. |