G5613 ὡς

Bijbelteksten

Filemon 1:17Indien gij mij dan houdt voor een metgezel, zo neem hem aan, gelijk als mij.
Hebreeen 1:11Dezelve zullen vergaan, maar Gij blijft altijd, en zij zullen alle als een kleed verouden;
Hebreeen 3:2Die getrouw is Dengene, Die Hem gesteld heeft, gelijk ook Mozes in geheel zijn huis was.
Hebreeen 3:5En Mozes is wel getrouw geweest in geheel zijn huis, als een dienaar, tot getuiging der dingen, die [daarna] gesproken zouden worden;
Hebreeen 3:6Maar Christus, als de Zoon over Zijn eigen huis; Wiens huis wij zijn, indien wij maar de vrijmoedigheid en de roem der hoop tot het einde toe vast behouden.
Hebreeen 3:8Zo verhardt uw harten niet, gelijk [het geschied is] in de verbittering, ten dage der verzoeking, in de woestijn;
Hebreeen 3:11Zo heb Ik dan gezworen in Mijn toorn; Indien zij in Mijn rust zullen ingaan!
Hebreeen 3:15Terwijl er gezegd wordt: Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhardt uw harten niet, gelijk in de verbittering [geschied is].
Hebreeen 4:3Want wij, die geloofd hebben, gaan in de rust, gelijk Hij gezegd heeft: Zo heb Ik dan gezworen in Mijn toorn: Indien zij zullen ingaan in Mijn rust! hoewel [Zijn] werken van de grondlegging der wereld af al volbracht waren.
Hebreeen 6:19Welke wij hebben als een anker der ziel, hetwelk zeker en vast is, en ingaat in het binnenste van het voorhangsel;
Hebreeen 7:9En, om zo te spreken, ook Levi, die tienden neemt, heeft door Abraham tienden gegeven;
Hebreeen 11:9Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd [land], en heeft in tabernakelen gewoond met Izak en Jakob, die medeerfgenamen waren derzelfde belofte.
Hebreeen 11:12Daarom zijn ook van een, en dat een verstorvene, [zovelen] in menigte geboren, als de sterren des hemels, en als het zand, dat aan den oever der zee is, hetwelk ontallijk is.
Hebreeen 11:27Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, niet vrezende den toorn des konings; want hij hield zich vast, als ziende den Onzienlijke.
Hebreeen 11:29Door het geloof zijn zij de Rode zee doorgegaan, als door het droge; hetwelk de Egyptenaars, [ook] verzoekende, zijn verdronken.
Hebreeen 12:5En gij hebt vergeten de vermaning, die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des Heeren, en bezwijkt niet, als gij van Hem bestraft wordt;
Hebreeen 12:7Indien gij de kastijding verdraagt, zo gedraagt Zich God jegens u als zonen; (want wat zoon is er, dien de vader niet kastijdt?)
Hebreeen 12:16Dat niet iemand zij een hoereerder, of een onheilige, gelijk Ezau, die om een spijze het recht van zijn eerstgeboorte weggaf.
Hebreeen 12:27En dit [woord]: Nog eenmaal, wijst aan de verandering der bewegelijke dingen, als welke gemaakt waren, opdat blijven zouden de dingen, die niet bewegelijk zijn.
Hebreeen 13:3Gedenkt der gevangenen, alsof gij mede gevangen waart; [en] dergenen, die kwalijk gehandeld worden, alsof gij ook zelven in het lichaam [kwalijk gehandeld] waart.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel