G5613 ὡς

Bijbelteksten

Lukas 23:26En als zij Hem wegleidden, namen zij een Simon van Cyrene, komende van den akker, en legden hem het kruis op, dat hij het achter Jezus droeg.
Lukas 23:55En ook de vrouwen, die met Hem gekomen waren uit Galilea, volgden na en aanschouwden het graf, en hoe Zijn lichaam gelegd werd.
Lukas 24:6Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan. Gedenkt, hoe Hij tot u gesproken heeft, als Hij nog in Galilea was,
Lukas 24:32En zij zeiden tot elkander: Was ons hart niet brandende in ons, als Hij tot ons sprak op den weg, en als Hij ons de Schriften opende?
Lukas 24:35En zij vertelden, hetgeen op den weg [geschied was], en hoe Hij hun bekend was geworden in het breken des broods.
Johannes 1:14En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid.
Johannes 1:39Wat zoekt gij? En zij zeiden tot Hem: Rabbi (hetwelk is te zeggen, overgezet zijnde, Meester) waar woont Gij?
Johannes 2:9Als nu de hofmeester het water, dat wijn geworden was, geproefd had (en hij wist niet, van waar [de wijn] was; maar de dienaren, die het water geschept hadden, wisten het), zo riep de hofmeester den bruidegom.
Johannes 2:23En als Hij te Jeruzalem was, op het pascha, in het feest, geloofden velen in Zijn Naam, ziende Zijn tekenen, die Hij deed.
Johannes 4:1Als dan de Heere verstond, dat de Farizeen gehoord hadden, dat Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes;
Johannes 4:40Als dan de Samaritanen tot Hem gekomen waren, baden zij Hem, dat Hij bij hen bleef; en Hij bleef aldaar twee dagen.
Johannes 6:12En als zij verzadigd waren, zeide Hij tot Zijn discipelen: Vergadert de overgeschoten brokken, opdat er niets verloren ga.
Johannes 6:16En als het avond geworden was, gingen Zijn discipelen af naar de zee.
Johannes 6:19En als zij omtrent vijf en twintig of dertig stadien gevaren waren, zagen zij Jezus, wandelende op de zee, en komende bij het schip; en zij werden bevreesd.
Johannes 7:10Maar als Zijn broeders opgegaan waren, toen ging Hij ook Zelf op tot het feest, niet openlijk, maar als in het verborgen.
Johannes 7:46De dienaars antwoordden: Nooit heeft een mens alzo gesproken, gelijk deze Mens.
Johannes 8:7En als zij Hem bleven vragen, richtte Hij Zich op, en zeide tot hen: Die van ulieden zonder zonde is, werpe eerst den steen op haar.
Johannes 11:6Als Hij dan gehoord had, dat hij krank was, toen bleef Hij [nog] twee dagen in de plaats, waar Hij was.
Johannes 11:18(Bethanie nu was nabij Jeruzalem, omtrent vijftien stadien van [daar].)
Johannes 11:20Martha dan, als zij hoorde, dat Jezus kwam, ging Hem tegemoet; doch Maria bleef in huis zitten.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin