G5720

Bijbelteksten

1 Johannes 3:7Kinderkens, dat u niemand verleide. Die de rechtvaardigheid doet, die is rechtvaardig, gelijk Hij rechtvaardig is.
1 Johannes 3:13Verwondert u niet, mijn broeders, zo u de wereld haat.
1 Johannes 4:1Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld.
2 Johannes 1:8Ziet toe voor uzelven, dat wij niet verliezen, hetgeen wij gearbeid hebben, maar een vol loon mogen ontvangen.
2 Johannes 1:10Indien iemand tot ulieden komt, en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in huis, en zegt tot hem niet: Zijt gegroet.
Judas 1:22En ontfermt u wel eniger, onderscheid makende;
Judas 1:23Maar behoudt anderen door vreze, en grijpt ze uit het vuur; en haat ook den rok, die van het vlees bevlekt is.
Openbaring 2:5Gedenk dan, waarvan gij uitgevallen zijt, en bekeer u, en doe de eerste werken; en zo niet, Ik zal u haastelijk [bij]komen, en zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert.
Openbaring 3:3Gedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het, en bekeer u. Indien gij dan niet waakt, zo zal Ik over u komen als een dief, en gij zult niet weten, op wat ure Ik over u komen zal.
Openbaring 3:11Zie, Ik kom haastelijk; houd dat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.
Openbaring 5:5En een van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken.
Openbaring 10:8En de stem, die ik gehoord had uit den hemel, sprak wederom met mij, en zeide: Ga henen, neem het boeksken, dat geopend [en] in de hand des engels is, die op de zee en op de aarde staat.
Openbaring 16:1En ik hoorde een grote stem uit den tempel, zeggende tot de zeven engelen: Gaat henen, en giet de [zeven] fiolen van den toorn Gods uit op de aarde.
Openbaring 19:5En een stem kwam uit den troon, zeggende: Looft onzen God, gij al Zijn dienstknechten, en gij die Hem vreest, beiden klein en groot!
Openbaring 19:10En ik viel [neder] voor zijn voeten, om hem te aanbidden, en hij zeide tot mij: Zie, dat gij [dat] niet [doet]; ik ben uw mededienstknecht, en uwer broederen, die de getuigenis van Jezus hebben; aanbid God. Want de getuigenis van Jezus is de geest der profetie.
Openbaring 22:9En hij zeide tot mij: Zie, dat gij het niet [doet]; want ik ben uw mededienstknecht, en uwer broederen, der profeten, en dergenen, die de woorden dezes boeks bewaren; aanbid God.

Mede mogelijk dankzij