G5723

Bijbelteksten

Mattheus 14:25Maar ter vierde wake des nachts kwam Jezus af tot hen, wandelende op de zee.
Mattheus 14:26En de discipelen, ziende Hem op de zee wandelen, werden ontroerd, zeggende: Het is een spooksel! En zij schreeuwden van vrees.
Mattheus 14:27Maar terstond sprak Jezus hen aan, zeggende: Zijt goedsmoeds, Ik ben het, vreest niet.
Mattheus 14:30Maar ziende den sterken wind, werd hij bevreesd, en als hij begon neder te zinken, riep hij, zeggende: Heere, behoud mij!
Mattheus 14:33Die nu in het schip [waren], kwamen en aanbaden Hem, zeggende: Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon!
Mattheus 14:35En als de mannen van die plaats Hem werden kennende, zonden zij in dat gehele omliggende land, en brachten tot Hem allen die kwalijk gesteld waren;
Mattheus 15:1Toen kwamen tot Jezus [enige] Schriftgeleerden en Farizeen, die van Jeruzalem [waren], zeggende:
Mattheus 15:4Want God heeft geboden, zeggende: Eert uwen vader en moeder, en: Wie vader of moeder vloekt, die zal de dood sterven.
Mattheus 15:7Gij geveinsden! Wel heeft Jesaja van u geprofeteerd, zeggende:
Mattheus 15:9Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, [die] geboden van mensen [zijn].
Mattheus 15:20Deze dingen zijn het, die den mens ontreinigen; maar het eten met ongewassen handen ontreinigt den mens niet.
Mattheus 15:22En ziet, een Kananese vrouw, uit die landpalen komende, riep tot Hem, zeggende: Heere! [Gij] Zone Davids, ontferm U mijner! mijn dochter is deerlijk van den duivel bezeten.
Mattheus 15:23Doch Hij antwoordde haar niet een woord. En Zijn discipelen, tot Hem komende, baden Hem, zeggende: Laat haar van U; want zij roept ons na.
Mattheus 15:25En zij kwam en aanbad Hem, zeggende: Heere, help mij!
Mattheus 15:27En zij zeide: Ja, Heere! doch de hondekens eten ook van de brokjes die er vallen van de tafel hunner heren.
Mattheus 15:30En vele scharen zijn tot Hem gekomen, hebbende bij zich kreupelen, blinden, stommen, lammen, en vele anderen, en wierpen ze voor de voeten van Jezus; en Hij genas dezelve.
Mattheus 15:31Alzo dat de scharen zich verwonderden, ziende de stommen sprekende, de lammen gezond, de kreupelen wandelende, en de blinden ziende; en zij verheerlijkten den God Israels.
Mattheus 15:37En zij aten allen en werden verzadigd, en zij namen op, het overschot der brokken, zeven volle manden.
Mattheus 15:38En die daar gegeten hadden, waren vier duizend mannen, zonder de vrouwen en kinderen.
Mattheus 16:1En de Farizeen en Sadduceen tot Hem gekomen zijnde, en [Hem] verzoekende, begeerden van Hem, dat Hij hun een teken uit den hemel zou tonen.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen