G5740

Bijbelteksten

Handelingen 3:8En hij, opspringende, stond en wandelde, en ging met hen in den tempel, wandelende en springende, en lovende God.
Handelingen 3:10En zij kenden hem, dat hij die was, die om een aalmoes gezeten had aan de Schone poort des tempels; en zij werden vervuld met verbaasdheid en ontzetting over hetgeen hem geschied was.
Handelingen 4:2Zeer ontevreden zijnde, omdat zij het volk leerden, en verkondigden in Jezus de opstanding uit de doden.
Handelingen 5:15Alzo dat zij de kranken uitdroegen op de straten, en legden op bedden en beddekens, opdat, als Petrus kwam, ook maar de schaduw iemand van hen beschaduwen mocht.
Handelingen 6:15En allen, die in den raad zaten, de ogen op hem houdende, zagen zijn aangezicht als het aangezicht eens engels.
Handelingen 7:10En verloste hem uit al zijn verdrukkingen, en gaf hem genade en wijsheid voor Farao, den koning van Egypteland; en hij stelde hem tot een overste over Egypte, en zijn gehele huis.
Handelingen 7:26En den volgenden dag werd hij van hen gezien, daar zij vochten; en hij drong ze tot vrede, zeggende: Mannen, gij zijt broeders; waarom doet gij elkander ongelijk?
Handelingen 7:31Mozes nu, [dat] ziende, verwonderde zich over het gezicht; en als hij derwaarts ging, om [dat] te bezien, zo geschiedde een stem des Heeren tot hem,
Handelingen 8:3En Saulus verwoestte de Gemeente, gaande in de huizen; en trekkende mannen en vrouwen, leverde hen over in de gevangenis.
Handelingen 8:13En Simon geloofde ook zelf, en gedoopt zijnde, bleef gedurig bij Filippus; en ziende de tekenen en grote krachten, die er geschiedden, ontzette hij zich.
Handelingen 8:28En hij keerde wederom, en zat op zijn wagen, en las den profeet Jesaja.
Handelingen 8:40Maar Filippus werd gevonden, te Azote; en [het land] doorgaande, verkondigde hij het Evangelie [in] alle steden, totdat hij te Cesarea kwam.
Handelingen 9:28En hij was met hen ingaande en uitgaande te Jeruzalem;
Handelingen 9:31De Gemeenten dan, door geheel Judea, en Galilea, en Samaria, hadden vrede, en werden gesticht; en wandelende in de vreze des Heeren, en de vertroosting des Heiligen Geestes, werden vermenigvuldigd.
Handelingen 9:32En het geschiedde, als Petrus alom doortrok, dat hij ook afkwam tot de heiligen, die te Lydda woonden.
Handelingen 9:33En aldaar vond hij een zeker mens, met name Eneas, die acht jaren te bed gelegen had, welke geraakt was.
Handelingen 10:2Godzalig en vrezende God, met geheel zijn huis, en doende vele aalmoezen aan het volk, en God geduriglijk biddende.
Handelingen 10:19En als Petrus over dat gezicht dacht, zeide de Geest tot hem: Zie, drie mannen zoeken u;
Handelingen 10:22En zij zeiden: Cornelius, een hoofdman over honderd, een rechtvaardig man, en vrezende God, en die [goede] getuigenis heeft van het ganse volk der Joden, is door Goddelijke openbaring vermaand van een heiligen engel, dat hij u zou ontbieden te zijnen huize, en dat hij van u woorden der zaligheid zou horen.
Handelingen 10:30En Cornelius zeide: Over vier dagen was ik vastende tot deze ure toe, en ter negende ure bad ik in mijn huis.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken