G5743

Bijbelteksten

Mattheus 23:38Ziet, uw huis wordt u woest gelaten.
Mattheus 24:40Alsdan zullen er twee op den akker zijn, de een zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden.
Mattheus 24:41Er zullen twee [vrouwen] malen in den molen, de ene zal aangenomen, en de andere zal verlaten worden.
Mattheus 25:8En de dwazen zeiden tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit.
Mattheus 26:2Gij weet, dat na twee dagen het pascha is, en de Zoon des mensen zal overgeleverd worden, om gekruisigd te worden.
Mattheus 26:24De Zoon des mensen gaat wel heen, gelijk van Hem geschreven is; maar wee dien mens, door welken de Zoon des mensen verraden wordt! het ware hem goed, zo die mens niet geboren ware geweest.
Mattheus 26:45Toen kwam Hij tot Zijn discipelen, en zeide tot hen: Slaapt [nu] voort, en rust; ziet, de ure is nabij gekomen, en de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen der zondaren.
Mattheus 27:38Toen werden met Hem twee moordenaars gekruisigd, een ter rechter-, en een ter linker[zijde].
Mattheus 27:63Zeggende: Heer, wij zijn indachtig, dat deze verleider, nog levende, gezegd heeft: Na drie dagen zal Ik opstaan.
Markus 2:22En niemand doet nieuwen wijn in oude [lederzakken]; anders doet de nieuwe wijn de [leder]zakken bersten en de wijn wordt uitgestort, en de [leder]zakken verderven; maar nieuwen wijn moet men in nieuwe [leder]zakken doen.
Markus 4:15En dezen zijn, die bij den weg [bezaaid worden], waarin het Woord gezaaid wordt; en als zij het gehoord hebben, zo komt de satan terstond, en neemt het Woord weg, hetwelk in hun harten gezaaid was.
Markus 4:17En hebben geen wortel in zichzelven, maar zijn voor een tijd; daarna, als verdrukking of vervolging komt om des Woords wil, zo worden zij terstond geergerd.
Markus 5:39En ingegaan zijnde, zeide Hij tot hen: Wat maakt gij beroerte, en [wat] weent gij? Het kind is niet gestorven, maar het slaapt.
Markus 6:30En de apostelen kwamen [weder] tot Jezus, en boodschapten Hem alles, beide wat zij gedaan hadden, en wat zij geleerd hadden.
Markus 7:1En tot Hem vergaderden de Farizeen, en sommigen der Schriftgeleerden, die van Jeruzalem gekomen waren;
Markus 9:18En waar hij hem ook aangrijpt, zo scheurt hij hem, en schuimt, en knerst met zijn tanden, en verdort; en ik heb Uw discipelen gezegd dat zij hem zouden uitwerpen, en zij hebben niet gekund.
Markus 9:31Want Hij leerde Zijn discipelen, en zeide tot hen: De Zoon des mensen zal overgeleverd worden in de handen der mensen, en zij zullen Hem doden, en gedood zijnde, zal Hij ten derden dage wederopstaan.
Markus 9:44Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt.
Markus 9:46Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt.
Markus 9:48Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen