G5748

Bijbelteksten

Openbaring 17:9Hier is het verstand, dat wijsheid heeft. De zeven hoofden zijn zeven bergen, op welke de vrouw zit.
Openbaring 17:10En het zijn [ook] zeven koningen; de vijf zijn gevallen, en de een is, en de ander is nog niet gekomen, en wanneer hij zal gekomen zijn, moet hij een weinig [tijds] blijven.
Openbaring 17:11En het beest, dat was en niet is, die is ook de achtste [koning], en is uit de zeven en gaat ten verderve.
Openbaring 17:12En de tien hoornen, die gij gezien hebt, zijn tien koningen, die het koninkrijk nog niet hebben ontvangen, maar als koningen macht ontvangen op een ure met het beest.
Openbaring 17:14Dezen zullen tegen het Lam krijgen, en het Lam zal hen overwinnen (want Het is een Heere der heren, en een Koning der koningen), en die met Hem zijn, de geroepenen, en uitverkorenen en gelovigen.
Openbaring 17:15En hij zeide tot mij: De wateren, die gij gezien hebt, waar de hoer zit, zijn volken, en scharen, en natien, en tongen.
Openbaring 17:18En de vrouw, die gij gezien hebt, is de grote stad, die het koninkrijk heeft over de koningen der aarde.
Openbaring 18:7Zoveel als zij zichzelve verheerlijkt heeft, en weelde gehad heeft, zo grote pijniging en rouw doet haar aan; want zij zegt in haar hart: Ik zit [als] een koningin, en ben geen weduwe, en zal geen rouw zien.
Openbaring 19:8En haar is gegeven, dat zij bekleed worde met rein en blinkend fijn lijnwaad; want dit fijn lijnwaad zijn de rechtvaardigmakingen der heiligen.
Openbaring 19:9En hij zeide tot mij: Schrijf, zalig zijn zij, die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft des Lams. En hij zeide tot mij: Deze zijn de waarachtige woorden Gods.
Openbaring 19:10En ik viel [neder] voor zijn voeten, om hem te aanbidden, en hij zeide tot mij: Zie, dat gij [dat] niet [doet]; ik ben uw mededienstknecht, en uwer broederen, die de getuigenis van Jezus hebben; aanbid God. Want de getuigenis van Jezus is de geest der profetie.
Openbaring 20:2En hij greep den draak, den oude slang, welke is de duivel en satanas, en bond hem duizend jaren;
Openbaring 20:12En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken.
Openbaring 20:14En de dood en de hel werden geworpen in den poel des vuurs; dit is de tweede dood.
Openbaring 21:1En ik zag een nieuwen hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer.
Openbaring 21:5En Die op den troon zat, zeide: Ziet, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide tot mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en getrouw.
Openbaring 21:8Maar den vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en al den leugenaars, is hun deel in den poel, die daar brandt van vuur en sulfer; hetwelk is de tweede dood.
Openbaring 21:12En zij had een groten en hogen muur, en had twaalf poorten, en in de poorten twaalf engelen, en namen daarop geschreven, welken zijn de [namen] der twaalf geslachten der kinderen Israels.
Openbaring 21:16En de stad lag vierkant, en haar lengte was zo groot als [haar] breedte. En hij mat de stad met den rietstok op twaalf duizend stadien; de lengte, en de breedte, en de hoogte derzelve waren even gelijk.
Openbaring 21:17En hij mat haar muur op honderd vier en veertig ellen, [naar] de maat eens mensen, welke des engels was.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken