G5769

Bijbelteksten

1 Corinthiers 2:9Maar gelijk geschreven is: Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft dien, die Hem liefhebben.
1 Corinthiers 3:19Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God; want er is geschreven: Hij vat de wijzen in hun arglistigheid;
1 Corinthiers 4:4Want ik ben mijzelven van geen ding bewust; doch ik ben daardoor niet gerechtvaardigd; maar Die mij oordeelt, is de Heere.
1 Corinthiers 4:6En deze dingen, broeders, heb ik op mijzelven en Apollos bij gelijkenis toegepast, om uwentwil; opdat gij aan ons zoudt leren, niet te gevoelen boven hetgeen geschreven is, dat gij niet, de een om eens anders wil, opgeblazen wordt tegen den ander.
1 Corinthiers 7:14Want de ongelovige man is geheiligd door de vrouw, en de ongelovige vrouw is geheiligd door den man; want anders waren uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig.
1 Corinthiers 7:15Maar indien de ongelovige scheidt, dat hij scheide. De broeder of de zuster wordt in zodanige [gevallen] niet dienstbaar gemaakt; maar God heeft ons tot vrede geroepen.
1 Corinthiers 7:27Zijt gij aan een vrouw verbonden, zoek geen ontbinding; zijt gij ongebonden van een vrouw, zoek geen vrouw.
1 Corinthiers 7:34Een vrouw en een maagd zijn onderscheiden. De ongetrouwde bekommert zich met de dingen des Heeren, opdat zij heilig zij, beide aan lichaam en aan geest; maar die getrouwd is, bekommert zich met de dingen der wereld, hoe zij den man zal behagen.
1 Corinthiers 7:39Een vrouw is door de wet verbonden, zo langen tijd haar man leeft; maar indien haar man ontslapen is, zo is zij vrij, om te trouwen, dien zij wil, alleenlijk in den Heere.
1 Corinthiers 8:3Maar zo iemand God liefheeft, die is van Hem gekend.
1 Corinthiers 9:9Want in de wet van Mozes is geschreven: Gij zult een dorsenden os niet muilbanden. Zorgt ook God voor de ossen?
1 Corinthiers 9:17Want indien ik dat gewillig doe, zo heb ik loon, maar indien onwillig, de uitdeling is mij [evenwel] toebetrouwd.
1 Corinthiers 10:7En wordt geen afgodendienaars, gelijkerwijs als sommigen van hen, gelijk geschreven staat: Het volk zat neder om te eten, en om te drinken, en zij stonden op om te spelen.
1 Corinthiers 11:2En ik prijs u, broeders, dat gij in alles mijner gedachtig zijt, en de inzettingen behoudt, gelijk ik [die] u overgegeven heb.
1 Corinthiers 11:15Maar zo een vrouw lang haar draagt, dat het haar een eer is; omdat het lange haar voor een deksel haar is gegeven?
1 Corinthiers 14:21In de wet is geschreven: Ik zal door lieden van andere talen, en door andere lippen tot dit volk spreken, en ook alzo zullen zij Mij niet horen, zegt de Heere.
1 Corinthiers 14:34Dat uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar [bevolen] onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt.
1 Corinthiers 15:4En dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derden dage, naar de Schriften;
1 Corinthiers 15:12Indien nu Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden opgewekt is, hoe zeggen sommigen onder u, dat er geen opstanding der doden is?
1 Corinthiers 15:13En indien er geen opstanding der doden is, zo is Christus ook niet opgewekt.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken