G5772

Bijbelteksten

Lukas 4:18De Geest des Heeren [is] op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van hart;
Lukas 5:18En ziet, [enige] mannen brachten op een bed een mens, die geraakt was, en zochten hem in te brengen, en voor Hem te leggen.
Lukas 5:24Doch opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde, de zonde te vergeven (zeide Hij tot den geraakte): Ik zeg u, sta op, en neem uw beddeken op, en ga heen naar uw huis.
Lukas 6:25Wee u, die verzadigd zijt, want gij zult hongeren. Wee u, die nu lacht, want gij zult treuren en wenen.
Lukas 6:38Geeft, en u zal gegeven worden; een goede, neergedrukte, en geschudde en overlopende maat zal men in uw schoot geven; want met dezelfde maat, waarmede gijlieden meet, zal ulieden wedergemeten worden.
Lukas 6:40De discipel is niet boven zijn meester; maar een iegelijk volmaakt [discipel] zal zijn gelijk zijn meester.
Lukas 7:25Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een mens, met zachte klederen bekleed? Ziet, die in heerlijke kleding en wellust zijn, die zijn in de koninklijke hoven.
Lukas 8:2En sommige vrouwen, die van boze geesten en krankheden genezen waren, [namelijk] Maria, genaamd Magdalena, van welke zeven duivelen uitgegaan waren;
Lukas 8:34En die ze weidden, ziende hetgeen geschied was, zijn gevlucht; en heengaande boodschapten het in de stad, en op het land.
Lukas 8:35En zij gingen uit, om te zien hetgeen geschied was, en kwamen tot Jezus, en vonden den mens, van welken de duivelen uitgevaren waren, zittend aan de voeten van Jezus, gekleed en wel bij zijn verstand; en zij werden bevreesd.
Lukas 9:32Petrus nu, en die met hem [waren], waren met slaap bezwaard; en ontwaakt zijnde, zagen zij Zijn heerlijkheid, en de twee mannen, die bij Hem stonden.
Lukas 9:41En Jezus, antwoordende, zeide: O ongelovig en verkeerd geslacht, hoe lang zal Ik nog bij ulieden zijn, en ulieden verdragen? Breng uw zoon hier.
Lukas 9:45Maar zij verstonden dit woord niet, en het was voor hen verborgen, alzo dat zij het niet begrepen; en zij vreesden van dat woord Hem te vragen.
Lukas 11:21Wanneer een sterke gewapende zijn hof bewaart, zo is [al] wat hij heeft in vrede.
Lukas 11:25En komende, vindt hij het [met bezemen] gekeerd en versierd.
Lukas 12:2En er is niets bedekt, dat niet zal ontdekt worden, en verborgen, dat niet zal geweten worden.
Lukas 12:6Worden niet vijf musjes verkocht voor twee penningskens? En niet een van die is voor God vergeten.
Lukas 12:35Laat uw lendenen omgord zijn, en de kaarsen brandende.
Lukas 12:52Want van nu aan zullen er vijf in een huis verdeeld zijn, drie tegen twee, en twee tegen drie.
Lukas 13:6En Hij zeide deze gelijkenis: Een zeker [man] had een vijgeboom, geplant in zijn wijngaard; en hij kwam en zocht vrucht daarop, en vond ze niet.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen