H183 אָוָה
gelusten, lust krijgen, iemand begeerte uitgaan, lust hebben, een verlangen opkomen bij, begeren

Bijbelteksten

Numeri 11:4En het gemene volk, dat in het midden van hen was, werd met lust bevangen; daarom zo weenden ook de kinderen Israëls wederom, en zeiden: Wie zal ons vlees te eten geven?
Numeri 11:34Daarom heet men den naam derzelver plaats Kibroth Thaava; want daar begroeven zij het volk, dat belust was geweest.
Deuteronomium 5:21En gij zult niet begeren uws naasten vrouw; en gij zult u niet laten gelusten uws naasten huis, zijn akker, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, zijn os, noch zijn ezel, noch iets, dat uws naasten is.
Deuteronomium 12:20Wanneer de HEERE, uw God, uw landpale zal verwijd hebben, gelijk als Hij tot u gesproken heeft, en gij zeggen zult: Ik zal vlees eten; dewijl uw ziel lust heeft vlees te eten, zo zult gij vlees eten, naar allen lust uwer ziel.
Deuteronomium 14:26En geeft dat geld voor alles, wat uw ziel gelust, voor runderen en voor schapen, en voor wijn, en voor sterken drank, en voor alles, wat uw ziel van u begeren zal, en eet aldaar voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, en weest vrolijk, gij en uw huis.
2 Samuel 3:21Toen zeide Abner tot David: Ik zal mij opmaken, en heengaan, en vergaderen gans Israel tot mijn heer, den koning, dat zij een verbond met u maken, en gij regeert over alles, wat uw ziel begeert. Alzo liet David Abner gaan, en hij ging in vrede.
2 Samuel 23:15En David kreeg lust, en zeide: Wie zal mij water te drinken geven uit Bethlehems bornput, die in de poort is?
1 Koningen 11:37Zo zal Ik u nemen, en gij zult regeren over al wat uw ziel zal begeren; en gij zult koning zijn over Israel.
1 Kronieken 11:17En David kreeg lust, en zeide: Wie zal mij water te drinken geven uit Bethlehems bornput, die onder de poort is?
Job 23:13Maar is Hij tegen iemand, wie zal dan Hem afkeren? Wat Zijn ziel begeert, dat zal Hij doen.
Psalm 45:12Zo zal de Koning lust hebben aan uw schoonheid; dewijl Hij uw Heere is, zo buig u voor Hem neder.
Psalm 106:14Maar zij werden belust met lust in de woestijn, en zij verzochten God in de wildernis.
Psalm 132:13Want de HEERE heeft Sion verkoren, Hij heeft het begeerd tot Zijn woonplaats, [zeggende:]
Psalm 132:14Dit is Mijn rust tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want Ik heb ze begeerd.
Spreuken 13:4De ziel des luiaards is begerig, doch er is niets; maar de ziel der vlijtigen zal vet gemaakt worden.
Spreuken 21:10De ziel des goddelozen begeert het kwaad; zijn naaste krijgt geen genade in zijn ogen.
Spreuken 21:26Den gansen dag begeert hij begeerlijke dingen; maar de rechtvaardige zal geven, en niet inhouden.
Spreuken 23:3Laat u niet gelusten zijner smakelijke spijzen, want het is een leugenachtig brood.
Spreuken 23:6Eet het brood niet desgenen, die boos is van oog, en wees niet belust op zijn smakelijke spijzen;
Spreuken 24:1Zijt niet nijdig over de boze lieden, en laat u niet gelusten, om bij hen te zijn.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen