H205 אָוֶן
heilloos, onheil, ondeugd, ongerechtigheid, onrecht, ongerechtig, ijdelheid, boosheid

Bijbelteksten

Numeri 23:21Hij schouwt niet aan de ongerechtigheid in Jakob; ook ziet Hij niet aan de boosheid in Israël. De HEERE, zijn God, is met hem, en het geklank des Konings is bij hem.
Deuteronomium 26:14Ik heb daarvan niets gegeten in mijn leed, en heb daarvan niets weggenomen tot iets onreins, noch daarvan gegeven tot een dode; ik ben der stem des HEEREN, mijns Gods, gehoorzaam geweest, ik heb gedaan naar alles, wat Gij mij geboden hebt.
1 Samuel 15:23Want wederspannigheid is een zonde der toverij, en wederstreven is afgoderij en beeldendienst. Omdat gij des HEEREN woord verworpen hebt, zo heeft Hij u verworpen, dat gij geen koning zult zijn.
Job 4:8[Maar] gelijk als ik gezien heb: die ondeugd ploegen, en moeite zaaien, maaien dezelve.
Job 5:6Want uit het stof komt het verdriet niet voort, en de moeite spruit niet uit de aarde;
Job 11:11Want Hij kent de ijdele lieden en Hij ziet de ondeugd; zou Hij dan niet aanmerken?
Job 11:14Indien er ondeugd in uw hand is, doe die verre weg; en laat het onrecht in uw tenten niet wonen.
Job 15:35Zijn ontvangen moeite, en baren ijdelheid, en hun buik richt bedrog aan.
Job 21:19Dat God Zijn geweld weglegt, voor Zijn kinderen, hem vergeldt, dat hij het gewaar wordt;
Job 22:15Hebt gij het pad der eeuw waargenomen, dat de ongerechtige lieden betreden hebben?
Job 31:3Is niet het verderf voor den verkeerde, ja, wat vreemds voor de werkers der ongerechtigheid?
Job 34:8En gaat over weg in gezelschap met de werkers der ongerechtigheid, en wandelt met goddeloze lieden.
Job 34:22Er is geen duisternis, en er is geen schaduw des doods, dat aldaar de werkers der ongerechtigheid zich verbergen mochten.
Job 34:36Mijn Vader, laat Job beproefd worden tot het einde toe, om [zijner] antwoorden wil onder de ongerechtige lieden.
Job 36:10En Hij openbaart het [voor] hunlieder oor ter tucht, en zegt, dat zij zich van de ongerechtigheid bekeren zouden.
Job 36:21Wacht u, wend u niet tot ongerechtigheid; overmits gij ze in dezen verkoren heb, uit oorzake van de ellende.
Psalm 5:6De onzinnigen zullen voor Uw ogen niet bestaan; Gij haat alle werkers der ongerechtigheid.
Psalm 6:9Wijkt van mij, al gij werkers der ongerechtigheid; want de HEERE heeft de stem mijns geweens gehoord.
Psalm 7:15Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren.
Psalm 10:7Zijn mond is vol van vloek, en bedriegerijen, en list; onder zijn tong is moeite en ongerechtigheid.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken