H216 אוֹר
lichten, morgenlicht, lichtende, licht, de lichten, daglicht, bliksemlichten
Job 18:5 | Ja, het licht der goddelozen zal uitgeblust worden, en de vonk zijns vuurs zal niet glinsteren. |
Job 18:6 | Het licht zal verduisteren in zijn tent, en zijn lamp zal over hem uitgeblust worden. |
Job 18:18 | Men zal hem stoten van het licht in de duisternis, en men zal hem van de wereld verjagen. |
Job 22:28 | Als gij een zaak besluit, zo zal zij u bestendig zijn; en op uw wegen zal het licht schijnen. |
Job 24:13 | Zij zijn onder de wederstrevers des lichts; zij kennen Zijn wegen niet, en zij blijven niet op Zijn paden. |
Job 24:14 | Met het licht staat de moorder op, doodt den arme en den nooddruftige; en des nachts is hij als een dief. |
Job 24:16 | In de duisternis doorgraaft hij de huizen, [die] zij zich des daags afgetekend hadden; zij kennen het licht niet. |
Job 25:3 | Is er een getal Zijner benden? En over wien staat Zijn licht niet op? |
Job 26:10 | Hij heeft een gezet perk over het vlakke der wateren rondom afgetekend, tot aan de voleinding toe des lichts met de duisternis. |
Job 28:11 | Hij bindt de rivier toe, dat niet een traan uitkomt, en het verborgene brengt hij uit in het licht. |
Job 29:3 | Toen Hij Zijn lamp deed schijnen over mijn hoofd, [en] ik bij Zijn licht de duisternis doorwandelde; |
Job 29:24 | Lachte ik hun toe, zij geloofden het niet; en het licht mijns aangezichts deden zij niet nedervallen. |
Job 30:26 | [Nochtans] toen ik het goede verwachtte, zo kwam het kwade; toen ik hoopte naar het licht, zo kwam de donkerheid. |
Job 31:26 | Zo ik het licht aangezien heb, wanneer het scheen, of de maan heerlijk voortgaande; |
Job 33:28 | [Maar God] heeft mijn ziel verlost, dat zij niet voere in het verderf, zodat mijn leven het licht aanziet. |
Job 33:30 | Opdat hij zijn ziel afkere van het verderf, en hij verlicht worde met het licht der levenden. |
Job 36:30 | Zie, Hij breidt over hem Zijn licht uit, en de wortelen der zee bedekt Hij. |
Job 36:32 | Met handen bedekt Hij het licht, en doet aan hetzelve verbod door dengene, die tussen doorkomt. |
Job 37:3 | Dat zendt Hij rechtuit onder den gansen hemel, en Zijn licht over de einden der aarde. |
Job 37:11 | Ook vermoeit Hij de dikke wolken [door] klaarheid; Hij verstrooit de wolk Zijns lichts. |