H423 אָלָה
stem des vloeks, eed des vloeks, eed, vervloeking, vloek, een voorwerp van verwensing

Bijbelteksten

Genesis 24:41Dan zult gij van mijn eed rein zijn, wanneer gij tot mijn geslacht zult gegaan zijn; en indien zij haar u niet geven, zo zult gij rein zijn van mijn eed.
Genesis 26:28En zij zeiden: Wij hebben merkelijk gezien, dat de HEERE met u is; daarom hebben wij gezegd: Laat toch een eed tussen ons zijn, tussen ons en tussen u, en laat ons een verbond met u maken:
Leviticus 5:1Als nu een mens zal gezondigd hebben, dat hij gehoord heeft een stem des vloeks, waarvan hij getuige is, hetzij dat hij het gezien of geweten heeft; indien hij het niet te kennen geeft, zo zal hij zijn ongerechtigheid dragen.
Numeri 5:21(Dan zal de priester die vrouw met den eed der vervloeking beedigen, en de priester zal tot die vrouw zeggen:) De HEERE zette u tot een vloek, en tot een eed, in het midden uws volks, mits dat de HEERE uw heup vervallende, en uw buik zwellende make;
Numeri 5:23Daarna zal de priester deze zelfde vloeken op een cedeltje schrijven, en hij zal het met het bitter water uitdoen.
Numeri 5:27Als hij haar nu dat water zal te drinken gegeven hebben, het zal geschieden, indien zij onrein geworden is, en tegen haar man door overtreding zal overtreden hebben, dat het water, hetwelk vervloeking medebrengt, tot bitterheid in haar ingaan zal, en haar buik zwellen, en haar heup vervallen zal; en die vrouw zal in het midden van haar volk tot een vloek zijn.
Deuteronomium 29:12Om over te gaan in het verbond des HEEREN, uws Gods, en in Zijn vloek, hetwelk de HEERE, uw God, heden met u maakt;
Deuteronomium 29:14En niet met ulieden alleen maak ik dit verbond en dezen vloek;
Deuteronomium 29:19En het geschiede, als hij de woorden dezes vloeks hoort, dat hij zichzelven zegene in zijn hart, zeggende: Ik zal vrede hebben, wanneer ik schoon naar mijns harten goeddunken zal wandelen, om den dronkene te doen tot den dorstige.
Deuteronomium 29:20De HEERE zal hem niet willen vergeven; maar alsdan zal des HEEREN toorn en ijver roken over denzelven man, en al de vloek, die in dit boek geschreven is, zal op hem liggen; en de HEERE zal zijn naam van onder den hemel uitdelgen.
Deuteronomium 29:21En de HEERE zal hem ten kwade afscheiden van al de stammen Israels, naar alle vloeken des verbonds, dat in het boek dezer wet geschreven is.
Deuteronomium 30:7En de HEERE, uw God, zal al die vloeken leggen op uw vijanden en op uw haters, die u vervolgd hebben.
1 Koningen 8:31Wanneer iemand tegen zijn naaste zal gezondigd hebben, en hij hem een eed des vloeks opgelegd zal hebben, om zichzelven te vervloeken; en de eed des vloeks voor Uw altaar in dit huis komen zal;
2 Kronieken 6:22Wanneer iemand tegen zijn naaste zal gezondigd hebben, en die hem een eed des vloeks opgelegd zal hebben, om zichzelven te vervloeken, en de eed des vloeks voor Uw altaar in dit huis komen zal;
2 Kronieken 34:24Zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal kwaad over deze plaats en over haar inwoners brengen; al de vloeken, die geschreven zijn in het boek, dat men voor het aangezicht des konings van Juda gelezen heeft.
Nehemia 10:29Die hielden zich aan hun broederen, hun voortreffelijken, en kwamen in den vloek en in den eed, dat zij zouden wandelen in de wet Gods, die gegeven is door de hand van den knecht Gods, Mozes; en dat zij zouden houden, en dat zij zouden doen al de geboden des HEEREN, onzes Heeren, en Zijn rechten en Zijn inzettingen;
Job 31:30(Ook heb ik mijn gehemelte niet toegelaten te zondigen, mits door een vloek zijn ziel te begeren).
Psalm 10:7Zijn mond is vol van vloek, en bedriegerijen, en list; onder zijn tong is moeite en ongerechtigheid.
Psalm 59:13[Om] de zonde huns monds, [om] het woord hunner lippen; en laat hen gevangen worden in hun hoogmoed; en om den vloek, en om de leugen, [die] zij vertellen.
Spreuken 29:24Die met een dief deelt, haat zijn ziel; hij hoort een vloek, en hij geeft het niet te kennen.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken