H581 אִנּוּן
die, hen, zijn

Bijbelteksten

Ezra 5:4Toen zeiden wij aldus tot hen, [en] welke de namen waren der mannen, die dit gebouw bouwden.
Daniel 2:44Doch in de dagen van die koningen zal de God des hemels een Koninkrijk verwekken, dat in der eeuwigheid niet zal verstoord worden; en dat Koninkrijk zal aan geen ander volk overgelaten worden; het zal al die koninkrijken vermalen, en te niet doen, maar zelf zal het in alle eeuwigheid bestaan.
Daniel 6:25Toen beval de koning, en zij brachten die mannen voor, die Daniel overluid beschuldigd hadden, en zij wierpen in den kuil der leeuwen hen, hun kinderen, en hun vrouwen; en zij kwamen niet op den grond des kuils, of de leeuwen heersten over hen, zij vermorzelden ook al hun beenderen.
Daniel 7:17Deze grote dieren, die vier zijn, zijn vier koningen, [die] uit de aarde opstaan zullen.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs