H802 אִשָּׁה
bijvrouw, de een bij de ander, vrouw, huisvrouw, vrouwen, van vrouwelijk geslacht
Job 2:9 | Toen zeide zijn huisvrouw tot hem: Houdt gij nog vast aan uw oprechtigheid? Zegen God, en sterf. |
Job 14:1 | De mens, van een vrouw geboren, is kort van dagen, en zat van onrust. |
Job 15:14 | Wat is de mens, dat hij zuiver zou zijn, en die geboren is van een vrouw, dat hij rechtvaardig zou zijn? |
Job 19:17 | Mijn adem is mijn huisvrouw vreemd; en ik smeek om der kinderen mijns buiks wil. |
Job 25:4 | Hoe zou dan een mens rechtvaardig zijn bij God, en hoe zou hij zuiver zijn, die van een vrouw geboren is? |
Job 31:9 | Zo mijn hart verlokt is geweest tot een vrouw, of ik aan mijns naasten deur geloerd heb; |
Job 31:10 | Zo moet mijn huisvrouw met een ander malen, en anderen zich over haar krommen! |
Job 42:15 | En er werden zo schone vrouwen niet gevonden in het ganse land, als de dochteren van Job; en haar vader gaf haar erfdeel onder haar broederen. |
Psalm 58:9 | Laat hem henengaan, als een smeltende slak; laat hen, [als] ener vrouwe misdracht, de zon niet aanschouwen. |
Psalm 109:9 | Dat zijn kinderen wezen worden, en zijn vrouw weduwe. |
Psalm 128:3 | Uw huisvrouw zal wezen als een vruchtbare wijnstok aan de zijden van uw huis; uw kinderen als olijfplanten rondom uw tafel. |
Spreuken 2:16 | Om u te redden van de vreemde vrouw, van de onbekende, [die] met haar redenen vleit; |
Spreuken 5:18 | Uw springader zij gezegend; en verblijd u vanwege de huisvrouw uwer jeugd; |
Spreuken 6:24 | Om u te bewaren voor de kwade vrouw, voor het gevlei der vreemde tong. |
Spreuken 6:26 | Want door een vrouw, [die] een hoer is, komt men tot een stuk broods; en eens mans huisvrouw jaagt de kostelijke ziel. |
Spreuken 6:29 | Alzo die tot zijns naasten huisvrouw ingaat; al wie haar aanroert, zal niet onschuldig gehouden worden. |
Spreuken 6:32 | [Maar] die met een vrouw overspel doet, is verstandeloos; hij verderft zijn ziel, die dat doet; |
Spreuken 7:5 | Opdat zij u bewaren voor een vreemde vrouw, voor de onbekende, [die] met haar redenen vleit. |
Spreuken 7:10 | En ziet, een vrouw ontmoette hem in hoerenversiersel, en met het hart op haar hoede; |
Spreuken 9:13 | Een zotte vrouw is woelachtig, de slechtigheid [zelve], en weet niet met al. |