H802 אִשָּׁה
bijvrouw, de een bij de ander, vrouw, huisvrouw, vrouwen, van vrouwelijk geslacht
Spreuken 11:16 | Een aangename huisvrouw houdt de eer vast, gelijk de geweldigen den rijkdom vasthouden. |
Spreuken 11:22 | Een schone vrouw, die van rede afwijkt, is een gouden bagge in een varkenssnuit. |
Spreuken 12:4 | Een kloeke huisvrouw is een kroon haars heren; maar die beschaamt maakt, is als verrotting in zijn beenderen. |
Spreuken 14:1 | Elke wijze vrouw bouwt haar huis; maar die zeer dwaas is, breekt het af met haar handen. |
Spreuken 18:22 | Die een vrouw gevonden heeft, heeft een goede zaak gevonden, en hij heeft welgevallen getrokken van den HEERE. |
Spreuken 19:13 | Een zotte zoon is zijn vader grote ellende; en de kijvingen ener vrouw [als] een gestadig druipen. |
Spreuken 19:14 | Huis en goed is een erve van de vaderen; maar een verstandige vrouw is van den HEERE. |
Spreuken 21:9 | Het is beter te wonen op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat [in] een huis van gezelschap. |
Spreuken 21:19 | Het is beter te wonen in een woest land, dan bij een zeer kijfachtige en toornige huisvrouw. |
Spreuken 25:24 | Het is beter te wonen op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap. |
Spreuken 27:15 | Een gedurige druiping ten dage des slagregens en een kijfachtige huisvrouw zijn even gelijk. |
Spreuken 30:20 | Alzo is de weg ener overspelige vrouw; zij eet en wist haar mond, en zegt: Ik heb geen ongerechtigheid gewrocht! |
Spreuken 31:3 | Geeft aan de vrouwen uw vermogen niet, noch uw wegen, om koningen te verdelgen. |
Spreuken 31:10 | [Aleph.] Wie zal een deugdelijke huisvrouw vinden? Want haar waardij is verre boven de robijnen. |
Spreuken 31:30 | [Schin.] De bevalligheid is bedrog, en de schoonheid ijdelheid; [maar] een vrouw, die den HEERE vreest, die zal geprezen worden. |
Prediker 7:26 | En ik vond een bitterder ding, dan de dood: een vrouw, welker hart netten en garen, [en] haar handen banden zijn; wie goed is voor Gods aangezicht, zal van haar ontkomen; daarentegen de zondaar zal van haar gevangen worden. |
Prediker 7:28 | Dewelke mijn ziel nog zoekt, maar ik heb haar niet gevonden: een man uit duizend heb ik gevonden; maar een vrouw onder die allen heb ik niet gevonden. |
Prediker 9:9 | Geniet het leven met de vrouw, die gij liefhebt, al de dagen uws ijdelen levens, welke [God] u gegeven heeft onder de zon, al uw ijdele dagen; want dit is uw deel in dit leven, en van uw arbeid, dien gij arbeidt onder de zon. |
Hooglied 1:8 | Indien gij het niet weet, o gij schoonste onder de vrouwen! zo ga uit op de voetstappen der schapen, en weid uw geiten bij de woningen der herderen. |
Hooglied 5:9 | Wat is uw Liefste meer dan een [ander] liefste, o gij schoonste onder de vrouwen! wat is uw Liefste meer dan een [ander] liefste, dat gij ons zo bezworen hebt! |