H982 בָּטַח
zeker zijn, zich veilig voelen, vertrouwen, koesteren, betrouwen op, zich verlaten op, gerust
Psalm 119:42 | Opdat ik mijn smader wat heb te antwoorden, want ik vertrouw op Uw woord. |
Psalm 125:1 | Een lied Hammaaloth. Die op den HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion, [die] niet wankelt, [maar] blijft in eeuwigheid. |
Psalm 135:18 | Dat die ze maken, hun gelijk worden, [en] al wie op hen vertrouwt. |
Psalm 143:8 | Doe mij Uw goedertierenheid in den morgenstond horen, want ik betrouw op U; maak mij bekend den weg, dien ik te gaan heb, want ik hef mijn ziel tot U op. |
Psalm 146:3 | Vertrouwt niet op prinsen, op des mensen kind, bij hetwelk geen heil is. |
Spreuken 3:5 | Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet. |
Spreuken 11:15 | Als [iemand voor] een vreemde borg geworden is, hij zal zekerlijk verbroken worden; maar wie degenen haat, die [in de hand] klappen, is zeker. |
Spreuken 11:28 | Wie op zijn rijkdom vertrouwt, die zal vallen; maar de rechtvaardigen zullen groenen als loof. |
Spreuken 14:16 | De wijze vreest, en wijkt van het kwade; maar de zot is oplopende toornig, en zorgeloos. |
Spreuken 16:20 | Die op het woord verstandelijk let, zal het goede vinden; en die op den HEERE vertrouwt, is welgelukzalig. |
Spreuken 28:1 | De goddelozen vlieden, waar geen vervolger is; maar elk rechtvaardige is moedig, als een jonge leeuw. |
Spreuken 28:25 | Die grootmoedig is, verwekt gekijf; maar die op den HEERE vertrouwt, zal vet worden. |
Spreuken 28:26 | Die op zijn hart vertrouwt, die is een zot; maar die in wijsheid wandelt, die zal ontkomen. |
Spreuken 29:25 | De siddering des mensen legt een strik; maar die op den HEERE vertrouwt, zal in een hoog vertrek gesteld worden. |
Spreuken 31:11 | [Beth.] Het hart haars heren vertrouwt op haar, zodat hem geen goed zal ontbreken. |
Jesaja 12:2 | Ziet, God is mijn Heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen; want de Heere HEERE is mijn Sterkte en mijn Psalm, en Hij is mij tot Heil geworden. |
Jesaja 26:3 | Het is een bevestigd voornemen, Gij zult allerlei vrede bewaren, want men heeft op U vertrouwd. |
Jesaja 26:4 | Vertrouwt op den HEERE tot in der eeuwigheid; want in den Heere HEERE is een eeuwige rotssteen. |
Jesaja 30:12 | Daarom, zo zegt de Heilige Israels: Omdat gijlieden dit woord verwerpt, en vertrouwt op onderdrukking en verkeerdheid, en steunt daarop: |
Jesaja 31:1 | Wee dengenen, die in Egypte om hulp aftrekken, en steunen op paarden, en vertrouwen op wagenen, omdat er vele zijn, en op ruiters, omdat die zeer machtig zijn; en zien niet op den Heilige Israels, en zoeken den HEERE niet. |