H1060 בְּכוֹר
eerstgeborene, eersteling, eerstgeboorte

Bijbelteksten

1 Kronieken 1:29Dit zijn hun geboorten: de eerstgeborene van Ismael was Nebajoth, en Kedar, en Adbeel, en Mibsam,
1 Kronieken 2:3De kinderen van Juda zijn: Er, en Onan, en Sela; drie zijn er hem geboren van de dochter van Sua, de Kanaanietische; en Er, de eerstgeborene van Juda, was kwaad in de ogen des HEEREN; daarom doodde Hij hem.
1 Kronieken 2:13En Isai gewon Eliab, zijn eerstgeborene, en Abinadab, den tweede, en Simea, den derde,
1 Kronieken 2:25De kinderen van Jerahmeel nu, den eerstgeborene van Hezron, waren [deze]: de eerstgeborene was Ram, daartoe Buna, en Oren, en Ozem [en] Ahia.
1 Kronieken 2:27En de kinderen van Ram, den eerstgeborene van Jerahmeel waren Maaz, en Jamin, en Eker.
1 Kronieken 2:42De kinderen van Kaleb nu, den broeder van Jerahmeel, zijn Mesa, zijn eerstgeborene (die is de vader van Zif), en de kinderen van Maresa, den vader van Hebron.
1 Kronieken 2:50Dit waren de kinderen van Kaleb, den zoon van Hur, den eerstgeborene van Efratha: Sobal, de vader van Kirjath-jearim;
1 Kronieken 3:1Dezen nu waren de kinderen van David, die hem te Hebron geboren zijn: de eerstgeborene Amnon, van Ahinoam, de Jizreelietische; de tweede Daniel, van Abigail, de Karmelietische;
1 Kronieken 3:15De zonen van Josia nu waren [dezen]: de eerstgeborene Johanan, de tweede Jojakim, de derde Zedekia, de vierde Sallum.
1 Kronieken 4:4En Pnuel was de vader van Gedor, en Ezer de vader van Husah. Dit zijn de kinderen van Hur, den eerstgeborene van Efratha, den vader van Bethlehem.
1 Kronieken 5:1De kinderen van Ruben nu, den eerstgeborene van Israel; (want hij was de eerstgeborene; maar dewijl hij zijns vaders bed ontheiligd had, werd zijn eerstgeboorte gegeven aan de kinderen van Jozef, den zoon van Israel; doch niet [alzo], dat hij zich in het geslachtsregister naar de eerstgeboorte rekenen mocht;
1 Kronieken 5:3De kinderen van Ruben, den eerstgeborene van Israel, zijn Hanoch en Pallu, Hezron en Charmi.
1 Kronieken 6:28De zonen van Samuel nu waren [dezen]: zijn eerstgeborene was Vasni, daarna Abia.
1 Kronieken 8:1Benjamin nu gewon Bela, zijn eerstgeborene, Asbel, den tweede, en Ahrah, den derde,
1 Kronieken 8:30En zijn eerstgeboren zoon was Abdon, daarna Zur, en Kis, en Baal, en Nadab,
1 Kronieken 8:39En de zonen van Esek, zijn broeder, waren Ulam, zijn eerstgeborene, Jeus, de tweede, en Elifelet, de derde.
1 Kronieken 9:5En van de Silonieten was Asaja, de eerstgeborene, en zijn kinderen.
1 Kronieken 9:31En Mattithja uit de Levieten, dewelke was de eerstgeborene van Sallum, den Korahiet, was in het ambt over het werk, dat in pannen gekookt wordt.
1 Kronieken 9:36En Abdon was zijn eerstgeboren zoon, daarna Zur, en Kis, en Baal, en Ner, en Nadab.
1 Kronieken 26:2Meselemja nu had kinderen; Zecharja was de eerstgeborene, Jediael de tweede, Zebadja de derde, Jathniel de vierde,

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs