Jeremia 50:20 | In die dagen en te dier tijd, spreekt de HEERE, zal Israels ongerechtigheid gezocht worden, maar zij zal er niet zijn, en de zonden van Juda, maar zullen niet gevonden worden; want Ik zal ze dengenen vergeven, die Ik zal doen overblijven. |
Klaagliederen 1:11 | [Caph.] Al haar volk zucht, brood zoekende, zij hebben hun gewenste dingen voor spijs gegeven, om de ziel te verkwikken. Zie, HEERE, en aanschouw, dat ik onwaard geworden ben. |
Klaagliederen 1:19 | [Koph.] Ik riep tot mijn liefhebbers, [maar] zij hebben mij bedrogen; mijn priesters en mijn oudsten hebben in de stad den geest gegeven, als zij spijze voor zich zochten, opdat zij hun ziel mochten verkwikken. |
Ezechiel 3:18 | Als Ik tot den goddeloze zeg: Gij zult den dood sterven, en gij waarschuwt hem niet, en spreekt niet, om den goddeloze van zijn goddelozen weg te waarschuwen, opdat gij hem in het leven behoudt; die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. |
Ezechiel 3:20 | Als ook een rechtvaardige zich van zijn gerechtigheid afkeert, en onrecht doet, en Ik een aanstoot voor zijn aangezicht leg, hij zal sterven; omdat gij hem niet gewaarschuwd hebt, zal hij in zijn zonde sterven, en zijn gerechtigheden, die hij gedaan heeft, zullen niet gedacht worden; maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. |
Ezechiel 7:25 | De ondergang komt; en zij zullen den vrede zoeken, maar hij zal er niet zijn. |
Ezechiel 7:26 | Ellende zal op ellende komen, en er zal gerucht op gerucht wezen; dan zullen zij het gezicht van een profeet zoeken; maar de wet zal vergaan van den priester, en de raad van de oudsten. |
Ezechiel 22:30 | Ik zocht nu een man uit hen, die den muur mocht toemuren, en voor Mijn aangezicht in de bresse staan voor het land, opdat Ik het niet mocht verderven; maar Ik vond niemand. |
Ezechiel 26:21 | [Maar] u zal Ik tot een groten schrik stellen, en gij zult er niet [meer] zijn; als gij gezocht wordt, zo zult gij niet meer gevonden worden in eeuwigheid, spreekt de Heere HEERE. |
Ezechiel 33:8 | Als Ik tot den goddeloze zeg: O goddeloze, gij zult den dood sterven! en gij spreekt niet, om den goddeloze van zijn weg af te manen; die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. |
Ezechiel 34:4 | De zwakke sterkt gij niet, en het kranke heelt gij niet, en het gebrokene verbindt gij niet, en het weggedrevene brengt gij niet weder, en het verlorene zoekt gij niet; maar gij heerst over hen met strengheid en met hardigheid. |
Ezechiel 34:6 | Mijn schapen dolen op alle bergen en op allen hogen heuvel, ja, Mijn schapen zijn verstrooid op den gansen aardbodem; en er is niemand, die er naar vraagt, en niemand, die ze zoekt. |
Ezechiel 34:16 | Het verlorene zal Ik zoeken, en het weggedrevene zal Ik wederbrengen, en het gebrokene zal Ik verbinden, en het kranke zal Ik sterken; maar het vette en het sterke zal Ik verdelgen, Ik zal ze weiden met oordeel. |
Daniel 1:8 | Daniel nu nam voor in zijn hart, dat hij zich niet zou ontreinigen met de stukken van de spijs des konings, noch met den wijn zijns dranks; daarom verzocht hij van den overste der kamerlingen, dat hij zich niet mocht ontreinigen. |
Daniel 1:20 | En [in] alle zaken van verstandige wijsheid, die de koning hun afvroeg, zo vond hij hen tienmaal boven al de tovenaars [en] sterrekijkers, die in zijn ganse koninkrijk waren. |
Daniel 8:15 | En het geschiedde, toen ik dat gezicht zag, ik Daniel, zo zocht ik het verstand [deszelven], en ziet, er stond voor mij als de gedaante eens mans. |
Daniel 9:3 | En ik stelde mijn aangezicht tot God, den Heere, [om Hem] te zoeken [met] het gebed, en smekingen, met vasten, en zak, en as. |
Hosea 2:6 | En zij zal haar boelen nalopen, maar dezelve niet aantreffen; en zij zal hen zoeken, maar niet vinden; dan zal zij zeggen: Ik zal henengaan, en keren weder tot mijn vorigen Man, want toen was mij beter dan nu. |
Hosea 3:5 | Daarna zullen zich de kinderen Israëls bekeren, en zoeken den HEERE, hun God, en David, hun koning; en zij zullen vrezende komen tot den HEERE en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen. |
Hosea 5:6 | Met hun schapen, en met hun runderen zullen zij [dan] gaan, om den HEERE te zoeken, maar niet vinden; Hij heeft Zich van hen onttrokken. |