Genesis 46:17 | En de zonen van Aser: Jimna, en Jisva, en Jisvi, en Berija, en Sera, hun zuster; en de zonen van Berija: Heber en Malchiel. |
Numeri 26:44 | De zonen van Aser, naar hun geslachten, waren: van Imna het geslacht der Imnaieten; van Isvi het geslacht der Isvieten; van Beria het geslacht der Beriieten. |
Numeri 26:45 | Van de zonen van Beria waren: van Heber het geslacht der Heberieten; van Malchiel het geslacht der Malchielieten. |
1 Kronieken 7:23 | Daarna ging hij in tot zijn huisvrouw, en zij werd zwanger, en baarde een zoon; en hij noemde zijn naam Beria, omdat zij in ellende was in zijn huis. |
1 Kronieken 7:30 | De kinderen van Aser waren Jimna, en Jisva, en Jisvi, en Beria, en Sera, hunlieder zuster. |
1 Kronieken 7:31 | De kinderen van Beria nu waren Heber en Malchiel; hij is de vader van Birzavith. |
1 Kronieken 8:13 | En Beria, en Sema; dezen waren hoofden der vaderen van de inwoners te Ajalon; dezen hebben de inwoners van Gath verdreven. |
1 Kronieken 8:16 | En Michael, en Jispa, en Joha waren kinderen van Beria. |
1 Kronieken 23:10 | De kinderen van Simei nu waren Jahath, Zina, en Jeus, en Beria; dezen waren de kinderen van Simei; vier. |
1 Kronieken 23:11 | En Jahath was het hoofd, en Zizza de tweede; maar Jeus en Beria hadden niet vele kinderen; daarom waren zij in het vaderlijke huis maar van een telling. |