H1356 גֵּב
bakken, vakken, gewelven, grachten, greppels

Bijbelteksten

1 Koningen 6:9Alzo bouwde hij het huis, en volmaakte het; en bedekte dat huis met gewelven en rijen van cederen.
2 Koningen 3:16En hij zeide: Zo zegt de HEERE: Maakt in dit dal vele grachten.
Jeremia 14:3En hun voortreffelijken zenden hun kleinen naar water; zij komen tot de grachten, zij vinden geen water, zij komen [met] hun vaten ledig weder; zij zijn beschaamd, ja, worden schaamrood, en bedekken hun hoofd.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen