H1687 דְּבִיר
rand (, binnenste heiligdom, achterzaal, aanspraakplaats

Bijbelteksten

1 Koningen 6:5En rondom aan den wand van het huis bouwde hij kameren, aan de wanden van het huis rondom, [beide] van den tempel en van de aanspraakplaats. Alzo maakte hij zijkameren rondom.
1 Koningen 6:16Daartoe bouwde hij twintig ellen met cederen planken aan de zijden van het huis, van den vloer af tot de wanden; dit bouwde hij Hem van binnen tot een aanspraakplaats, tot het heilige der heiligen.
1 Koningen 6:19En de aanspraakplaats bereidde hij inwaarts in het huis, om de ark des verbonds des HEEREN daar te zetten.
1 Koningen 6:20En de aanspraakplaats vooraan was van twintig ellen in lengte, en van twintig ellen in breedte, en van twintig ellen in haar hoogte, en hij overtoog ze met gesloten goud; ook overtoog hij het cederen altaar.
1 Koningen 6:21En Salomo overtoog het huis van binnen met gesloten goud; en hij toog voor de aanspraakplaats [een voorhang] henen door met gouden ketenen, en overtoog dien met goud.
1 Koningen 6:22Alzo overtoog hij het ganse huis met goud, totdat het ganse huis volmaakt was; daartoe overtoog hij met goud het gehele altaar, dat voor de aanspraakplaats was.
1 Koningen 6:23In de aanspraakplaats nu maakte hij twee cherubs van olieachtig hout; elks hoogte was tien ellen.
1 Koningen 6:31En aan den ingang der aanspraakplaats maakte hij deuren van olieachtig hout; de bovendorpel [met] de posten was het vijfde deel [des wands].
1 Koningen 7:49En de kandelaren, vijf aan de rechterhand, en vijf aan de linkerhand, voor de aanspraakplaats, van gesloten goud; en de bloemen, en de lampen, en de snuiters van goud;
1 Koningen 8:6Alzo brachten de priesteren de ark des verbonds des HEEREN tot haar plaats, tot de aanspraakplaats van het huis, tot het heilige der heiligen, tot onder de vleugelen der cherubim.
1 Koningen 8:8Daarna schoven zij de handbomen verder uit, dat de hoofden der handbomen gezien werden uit het heiligdom voor aan de aanspraakplaats, maar buiten niet gezien werden; en zij zijn aldaar tot op dezen dag.
2 Kronieken 3:16Ook maakte hij ketenen, [als] in de aanspraakplaats, en hij zette ze op de hoofden der pilaren; daartoe maakte hij honderd granaatappelen, en zette ze tussen de ketenen.
2 Kronieken 4:20En de kandelaren met hun lampen, van gesloten goud, om die naar de wijze aan te steken, voor de aanspraakplaats;
2 Kronieken 5:7Alzo brachten de priesters de ark des verbonds des HEEREN tot haar plaats, tot de aanspraakplaats van het huis, tot het heilige der heiligen, tot onder de vleugelen der cherubim.
2 Kronieken 5:9Daarna schoven zij de handbomen verder uit, dat de hoofden der handbomen gezien werden uit de ark, voor aan de aanspraakplaats, maar buiten niet gezien werden; en zij was daar tot op dezen dag.
Psalm 28:2Hoor de stem mijner smekingen, als ik tot U roep, als ik mijn handen ophef naar de aanspraakplaats Uwer heiligheid.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken