H1695 דָּבֵק
aankleven, aanhankelijk zijn, aansluiten aan, kleven, aanhangen

Bijbelteksten

Deuteronomium 4:4Gij daarentegen, die den HEERE, uw God, aanhingt, gij zijt heden allen levende.
2 Kronieken 3:12Insgelijks was de vleugel des anderen cherubs van vijf ellen, rakende aan den wand van het huis; en de andere vleugel was van vijf ellen, klevende aan den vleugel des anderen cherubs.
Spreuken 18:24Een man, die vrienden heeft, heeft zich vriendelijk te houden; want er is een liefhebber, die meer aankleeft dan een broeder.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin