H1814 דָּלַק
branden

Bijbelteksten

Genesis 31:36Toen ontstak Jakob, en twistte met Laban; en Jakob antwoordde en zeide tot Laban: Wat is mijn overtreding, wat is mijn zonde, dat gij mij [zo] hittiglijk hebt nagejaagd?
1 Samuel 17:53Daarna keerden de kinderen Israels om, van het hittig najagen der Filistijnen, en zij beroofden hun legers.
Psalm 7:14En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen.
Psalm 10:2De goddeloze vervolgt hittiglijk in hoogmoed den ellendige; laat hen gegrepen worden in de aanslagen, die zij bedacht hebben.
Spreuken 26:23Brandende lippen, en een boos hart, zijn [als] een potscherf met schuim van zilver overtogen.
Jesaja 5:11Wee dengenen, die, zich vroeg opmakende in den morgenstond, sterken drank najagen, [en] vertoeven tot in de schemering, [totdat] de wijn hen heeft verhit!
Klaagliederen 4:19[Koph.] Onze vervolgers zijn sneller geweest dan de arenden des hemels; zij hebben ons op de bergen hittiglijk vervolgd, in de woestijn hebben zij ons lagen gelegd.
Ezechiel 24:10Draag veel houts toe, steek het vuur aan, verteer het vlees, en kruid [het] met specerijen, en laat de beenderen verbranden.
Obadja 1:18En Jakobs huis zal een vuur zijn, en Jozefs huis een vlam, en Ezau's huis tot een stoppel; en zij zullen tegen hen ontbranden, en zullen ze verteren, zodat Ezau's huis geen overgeblevene zal hebben; want de HEERE heeft het gesproken.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel