H1818 דָּם
bloed vergoten -, bloedgerichten, bloedbruidegom, bloed, bloed vergoten -, bloedbad
Numeri 19:5 | Voorts zal men deze vaars voor zijn ogen verbranden; haar vel, en haar vlees, en haar bloed, met haar mest, zal men verbranden. |
Numeri 23:24 | Zie, het volk zal opstaan als een oude leeuw, en het zal zich verheffen als een leeuw; het zal zich niet nederleggen, totdat het den roof gegeten, en het bloed der verslagenen gedronken zal hebben! |
Numeri 35:19 | De wreker des bloeds, die zal den doodslager doden; als hij hem ontmoet, zal hij hem doden. |
Numeri 35:21 | Of hem door vijandschap met zijn hand geslagen heeft, dat hij gestorven zij; de slager zal zekerlijk gedood worden, een doodslager is hij; de bloedwreker zal dezen doodslager doden, als hij hem ontmoet. |
Numeri 35:24 | Zo zal de vergadering richten tussen den slager, en tussen den bloedwreker, naar deze zelve rechten. |
Numeri 35:25 | En de vergadering zal den doodslager redden uit den hand des bloedwrekers, en de vergadering zal hem doen wederkeren tot zijn vrijstad, waarheen hij gevloden was; en hij zal daarin blijven tot den dood des hogepriesters, dien men met de heilige olie gezalfd heeft. |
Numeri 35:27 | En de bloedwreker hem zal vinden buiten de palen zijner vrijstad; zo de bloedwreker den doodslager zal doden, het zal hem geen bloedschuld zijn. |
Numeri 35:33 | Zo zult gij niet ontheiligen het land, waarin gij zijt; want het bloed ontheiligt het land; en voor het land zal geen verzoening gedaan worden over het bloed, dat daarin vergoten is, dan door het bloed desgenen, die dat vergoten heeft. |
Deuteronomium 12:16 | Alleenlijk het bloed zult gijlieden niet eten; gij zult het op de aarde uitgieten als water. |
Deuteronomium 12:23 | Alleen houdt vast, dat gij het bloed niet eet; want het bloed is de ziel; daarom zult gij de ziel met het vlees niet eten; |
Deuteronomium 12:27 | En gij zult uw brandofferen, het vlees en het bloed, bereiden op het altaar des HEEREN, uws Gods; en het bloed uwer slachtofferen zal op het altaar des HEEREN, uws Gods, worden uitgegoten; maar het vlees zult gij eten. |
Deuteronomium 15:23 | Zijn bloed alleen zult gij niet eten; gij zult het op de aarde uitgieten als water. |
Deuteronomium 17:8 | Wanneer een zaak aan het gericht voor u te zwaar zal zijn, tussen bloed en bloed, tussen rechtshandel en rechtshandel, tussen plage en plage, zijnde twistzaken in uw poorten, zo zult gij u opmaken, en opgaan naar de plaats die de HEERE, uw God, verkiezen zal; |
Deuteronomium 19:6 | Opdat de bloedwreker den doodslager niet najage, als zijn hart verhit is, en hem achterhale, omdat de weg te verre zou zijn, en hem sla aan het leven; zo toch geen oordeel des doods aan hem is; want hij haatte hem niet van gisteren [en] eergisteren. |
Deuteronomium 19:10 | Opdat het bloed des onschuldigen niet vergoten worde in het midden van uw land, dat u de HEERE, uw God, ten erve geeft, en bloedschulden op u zouden zijn. |
Deuteronomium 19:12 | Zo zullen de oudsten zijner stad zenden, en nemen hem van daar, en zij zullen hem in de hand des bloedwrekers geven, dat hij sterve. |
Deuteronomium 19:13 | Uw oog zal hem niet verschonen; maar gij zult het bloed des onschuldigen uit Israël wegdoen, dat het u welga. |
Deuteronomium 21:7 | En zij zullen betuigen en zeggen: Onze handen hebben dit bloed niet vergoten, en onze ogen hebben het niet gezien; |
Deuteronomium 21:8 | Wees genadig aan Uw volk Israël, dat Gij, o HEERE! verlost hebt, en leg geen onschuldig bloed in het midden van Uw volk Israël! En dat bloed zal voor hen verzoend zijn. |
Deuteronomium 21:9 | Alzo zult gij het onschuldig bloed uit het midden van u wegdoen; want gij zult doen, wat recht is in de ogen des HEEREN. |