H2000 הָמַם
in beroering brengen, verdoen, verschrikken, in verwarring brengen, verslaan, breken, versaagd maken

Bijbelteksten

Exodus 14:24En het geschiedde in dezelfde morgenwake, dat de HEERE, in de kolom des vuurs en der wolk, zag op het leger der Egyptenaren; en Hij verschrikte het leger der Egyptenaren.
Exodus 23:27Ik zal Mijn schrik voor uw aangezicht zenden, en al het volk, tot hetwelk gij komt, versaagd maken; en Ik zal maken, dat al uw vijanden u den nek toekeren.
Deuteronomium 2:15Zo was ook de hand des HEEREN tegen hen, om hen uit het midden des heirlegers te verslaan, totdat zij verteerd waren.
Deuteronomium 7:23En de HEERE zal hen geven voor uw aangezicht, en Hij zal hen verschrikken met grote verschrikking, totdat zij verdelgd worden.
Jozua 10:10En de HEERE verschrikte hen voor het aangezicht van Israel; en hij sloeg hen met een groten slag te Gibeon, en vervolgde hen op den weg, waar men naar Beth-horon opgaat, en sloeg hen tot Azeka en tot Makkeda toe.
Richteren 4:15En de HEERE versloeg Sisera, met al [zijn] wagenen, en het ganse heirleger, door de scherpte des zwaards, voor het aangezicht van Barak; dat Sisera van den wagen afklom, en vluchtte op zijn voeten.
1 Samuel 7:10En het geschiedde, toen Samuel dat brandoffer offerde, zo kwamen de Filistijnen aan ten strijde tegen Israel; en de HEERE donderde te dien dage met een groten donder over de Filistijnen, en Hij verschrikte hen, zodat zij verslagen werden voor het aangezicht van Israel.
2 Samuel 22:15En Hij zond pijlen uit en verstrooide ze; bliksemen en verschrikte ze.
2 Kronieken 15:6Dat volk tegen volk, en stad tegen stad in stukken gestoten werden; want God had hen met allen angst verschrikt.
Esther 9:24Omdat Haman, de zoon van Hammedatha, den Agagiet, aller Joden vijand, tegen de Joden gedacht had hen om te brengen; en dat hij het Pur, dat is, het lot had geworpen, om hen te verslaan, en om hen om te brengen.
Psalm 18:15En Hij zond Zijn pijlen uit, en verstrooide ze; en Hij vermenigvuldigde de bliksemen, en verschrikte ze.
Psalm 144:6Bliksem bliksem, en verstrooi hen; zend Uw pijlen uit, en verdoe hen.
Jesaja 28:28Het brood[koren] moet verbrijzeld worden, maar hij dorst het niet geduriglijk dorsende; en hij breekt [het] niet [met] het wiel zijn wagens, en hij verbrijzelt het niet met zijn paarden.
Jeremia 51:34Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft mij opgegeten, hij heeft mij verpletterd, hij heeft mij gesteld [als] een ledig vat, hij heeft mij verslonden als een draak, hij heeft zijn balg gevuld van mijn lekkernijen; hij heeft mij verdreven.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen