H2008 הֵנָּה
hierheen, herwaarts of derwaarts, tot hiertoe, eerder, hier, aan deze...aan gene, herwaarts, tot nu
2 Samuel 14:32 | En Absalom zeide tot Joab: Zie, ik heb tot u gezonden, zeggende: Kom herwaarts, dat ik u tot den koning zende, om te zeggen: Waarom ben ik van Gesur gekomen? Het ware mij goed, dat ik nog daar ware; nu dan, laat mij het aangezicht des konings zien; is er dan nog een misdaad in mij, zo dode hij mij. |
2 Samuel 20:16 | Toen riep een wijze vrouw uit de stad: Hoort, hoort, zegt toch tot Joab: Nader tot hiertoe, dat ik tot u spreke. |
1 Koningen 20:40 | Het geschiedde nu, als uw knecht hier en daar doende was, dat hij er niet was. Toen zeide de koning van Israel tot hem: Zo is uw oordeel; gij hebt zelf het geveld. |
2 Koningen 2:8 | Toen nam Elia zijn mantel, en wond [hem] samen, en sloeg het water, en het werd herwaarts en derwaarts verdeeld; en zij beiden gingen er door op het droge. |
2 Koningen 2:14 | En hij nam den mantel van Elia, die van hem afgevallen was, en sloeg het water, en zeide: Waar is de HEERE, de God van Elia? Ja, Dezelve? En hij sloeg het water, en het werd herwaarts en derwaarts verdeeld, en Elisa ging er door. |
2 Koningen 4:35 | Daarna kwam hij weder, en wandelde in het huis eens herwaarts, en eens derwaarts, en klom [weder] op, en breidde zich over hem uit; en de jongen niesde tot zevenmaal toe; daarna deed de jongen zijn ogen open. |
2 Koningen 8:7 | Daarna kwam Elisa te Damaskus, als Benhadad, de koning van Syrie, krank was; en men boodschapte hem, zeggende: De man Gods is herwaarts gekomen. |
1 Kronieken 9:18 | Ook tot nog toe, aan de poort des konings oostwaarts, waren dezen de poortiers onder de legers der kinderen van Levi. |
1 Kronieken 11:5 | En de inwoners van Jebus zeiden tot David: Gij zult hier niet inkomen. David dan nog won den burg Sion, welke is de stad Davids. |
1 Kronieken 12:29 | En van de kinderen van Benjamin, de broederen van Saul, drie duizend; want tot nog toe waren er velen van hen, die het met het huis van Saul hielden; |
2 Kronieken 28:13 | En zij zeiden tot hen: Gij zult deze gevangenen hier niet inbrengen, tot een schuld over ons tegen den HEERE; denkt gijlieden toe te doen tot onze zonden en tot onze schulden, hoewel wij vele schulden hebben, en de hitte des toorns over Israel is? |
Psalm 71:17 | O God! Gij hebt mij geleerd van mijn jeugd aan, en tot nog toe verkondig ik Uw wonderen. |
Spreuken 9:4 | Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts! Tot den verstandeloze zegt Zij: |
Spreuken 9:16 | Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts; en tot den verstandeloze zegt zij: |
Spreuken 25:7 | Want het is beter, dat men tot u zegge: Kom hier bovenaan, dan dat men u vernedere voor het aangezicht eens prinsen, dien uw ogen gezien hebben. |
Jesaja 57:3 | Doch nadert gijlieden hier toe, gij kinderen der guichelares! gij overspelig zaad, en gij, die hoererij bedrijft! |
Jeremia 31:8 | Ziet, Ik zal ze aanbrengen uit het land van het noorden, en zal hen vergaderen van de zijden der aarde; onder hen zullen zijn blinden en lammen, zwangeren en barenden te zamen; [met] een grote gemeente zullen zij herwaarts wederkomen. |
Jeremia 48:47 | Maar in het laatste der dagen, zal Ik Moabs gevangenis wenden, spreekt de HEERE. Tot hiertoe is Moabs oordeel. |
Jeremia 50:5 | Zij zullen naar Sion vragen; op den weg herwaarts zullen hun aangezichten zijn; zij zullen komen en den HEERE toegevoegd worden, [met] een eeuwig verbond, [dat] niet zal worden vergeten. |
Jeremia 51:64 | En zult zeggen: Alzo zal Babel zinken, en niet weder opkomen, vanwege het kwaad, dat Ik over haar zal brengen, en zij zullen mat worden. Tot hiertoe zijn de woorden van Jeremia. |